ECLI:NL:RBZWB:2021:383
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake verzoek om inzage persoonsgegevens op grond van de AVG
Op 26 januari 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen. De eiser had op 3 december 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college op zijn verzoek om inzage van hem betreffende persoonsgegevens, zoals geregeld in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en toepassing gegeven aan artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor een zitting achterwege is gebleven.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet heeft voldaan aan het verzoek van het college om identificatie, wat noodzakelijk was om zijn verzoek om inzage te kunnen behandelen. De rechtbank oordeelt dat de brief van de eiser van 26 september 2020 niet kan worden aangemerkt als een rechtsgeldige ingebrekestelling, omdat deze niet duidelijk genoeg was en niet voldeed aan de vereisten van de Awb. Hierdoor was het beroep van de eiser niet-ontvankelijk, omdat niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroepschrift.
De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.