ECLI:NL:RBZWB:2022:7014
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Misbruik van recht bij AVG-verzoek en niet-ontvankelijkheid van beroep
In deze zaak heeft eiser, woonachtig in Arnhem, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek verzocht om uitsluitsel over de verwerking van zijn persoonsgegevens en om inzage in die gegevens. Eiser heeft meerdere verzoeken ingediend, maar het college heeft zijn verzoeken afgewezen op basis van het niet kunnen vaststellen van zijn identiteit. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek en tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft eerder in een andere uitspraak geoordeeld dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk was en het college opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Eiser heeft echter geen bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn AVG-verzoek, maar heeft enkel verzocht om dwangsommen.
De rechtbank heeft ambtshalve beoordeeld of het beroep ontvankelijk is. Hierbij is vastgesteld dat eiser misbruik heeft gemaakt van zijn recht om beroep in te stellen. Eiser heeft in het verleden vergelijkbare verzoeken ingediend bij meerdere gemeenten, wat de rechtbank deed concluderen dat zijn intentie niet gericht was op het verkrijgen van inzage in zijn persoonsgegevens, maar op het verkrijgen van dwangsommen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er zwaarwichtige redenen zijn om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, omdat eiser zijn bevoegdheid om beroep in te stellen misbruikt heeft. De rechtbank heeft daarom het beroep tegen het besluit van 22 februari 2022 niet-ontvankelijk verklaard.