ECLI:NL:RBZWB:2021:4493
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Wraking
- Peters
- Van Kralingen
- Kok
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in belastingzaak met verwijzing naar Unierecht
Op 6 september 2021 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de gemachtigde A.F.M.J. Verhoeven. Het verzoek was gericht tegen mr. [voorletters] Bastiaansen, de rechter die belast was met de behandeling van een belastingzaak (zaaknummer BRE 20/9391) waarin Verhoeven als gemachtigde optreedt. Verzoeker stelde dat er sprake was van partijdigheid en objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid van de rechter, onder andere vanwege eerdere uitspraken en de weigering van de rechter om Verhoeven als gemachtigde toe te laten.
De wrakingskamer oordeelde dat de door verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden onvoldoende waren om te concluderen dat de rechter partijdig was. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, en dat de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd moet zijn. De kamer concludeerde dat de eerdere weigering van de rechter om Verhoeven als gemachtigde toe te laten in andere zaken geen zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleverde in de huidige zaak.
Daarnaast werd opgemerkt dat de gemachtigde in het verleden meerdere wrakingsverzoeken had ingediend tegen belastingrechters van de rechtbank, vaak op basis van dezelfde argumenten. De wrakingskamer besloot dat de gemachtigde voor een periode van één jaar geen wrakingsverzoeken op de eerder aangegeven gronden tegen belastingrechters van de rechtbank Zeeland-West-Brabant mag indienen, omdat het verzoek misbruik van het wrakingsinstrument zou zijn. De beslissing werd openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.