Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 oktober 2021 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beoordeling door de rechtbank
. Conclusie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de niet-ontvankelijkheid van een beroep inzake een WIA-uitkering. Eiser had in een eerder besluit van 17 april 2020 een vervolguitkering op grond van de Wet werk in inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) ontvangen, maar het UWV verklaarde het bezwaar van eiser tegen dit besluit niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat er geen procesbelang meer bestond, aangezien de situatie van eiser inmiddels was gewijzigd door latere besluiten van het UWV. De rechtbank concludeerde dat, zelfs als de niet-ontvankelijkheid onterecht zou zijn, een inhoudelijke beoordeling van het beroep geen resultaat zou opleveren voor eiser. De rechtbank verklaarde het beroep daarom niet-ontvankelijk en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.