Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[naam eiseres] , te [naam woonplaats] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. A.M. Pasmans, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2021.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het besluit van het UWV van 7 augustus 2020, waarin haar WIA-uitkering werd beëindigd per 8 oktober 2020. De rechtbank heeft op 18 mei 2021 in Breda de mondelinge uitspraak gedaan. Eiseres is niet verschenen, maar het UWV was vertegenwoordigd door E.H.J.A. Olthof. De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische grondslag van het bestreden besluit berust op een zorgvuldig onderzoek. De verzekeringsarts heeft eiseres onderzocht en informatie ingewonnen bij haar huisarts. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het dossier bestudeerd en eiseres gehoord tijdens de hoorzitting. De rechtbank concludeert dat de verzekeringsartsen op de hoogte waren van de klachten van eiseres.
De arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat eiseres geschikt is voor verschillende functies, waaronder studentendecaan en ontwikkelaar. De rechtbank heeft de belasting van deze functies vergeleken met de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en is van mening dat de belastbaarheid van eiseres in deze functies niet wordt overschreden. Op basis van de inkomsten uit deze functies heeft het UWV een mate van arbeidsongeschiktheid van 31% vastgesteld, waartegen eiseres geen gronden heeft ingebracht. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de FML van 6 juli 2020, aangezien eiseres geen medische gegevens heeft overgelegd die deze zouden onderbouwen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 18 mei 2021 door mr. I.M. Josten, in aanwezigheid van griffier mr. A.M. Pasmans. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.