ECLI:NL:RBZWB:2021:5898
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstandsrecht en inlichtingenplicht onder de Participatiewet
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Eiseres ontving sinds 1 maart 1987 bijstandsuitkeringen van het college. In januari 2020 heeft het college besloten om het recht op bijstand van eiseres over de periode van 1 februari 2011 tot 1 februari 2020 te herzien, omdat eiseres niet had gemeld dat haar zorgpremie door een derde werd betaald. Dit leidde tot een terugvordering van € 24.462,64. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in een gesprek met het college heeft verklaard dat een derde, [naam persoon], sinds 2006 haar zorgpremie betaalt. De rechtbank oordeelde dat eiseres haar inlichtingenplicht heeft geschonden door deze informatie niet te melden, wat een rechtsgrond vormt voor de herziening van de bijstand. Eiseres heeft geen overtuigend bewijs geleverd dat zij zelf zorgpremies heeft betaald in de relevante periode. De rechtbank concludeerde dat het college terecht de bijstand heeft herzien en de teveel uitgekeerde bedragen heeft teruggevorderd. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen proceskostenveroordeling opgelegd.