ECLI:NL:RBZWB:2021:6093
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag op basis van hoofdverblijf en procesorde
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen. Eiseres had geen vaste verblijfsplaats en had meerdere aanvragen voor bijstandsuitkeringen ingediend, die door het college zijn afgewezen. De rechtbank heeft de afwijzing van de aanvragen beoordeeld aan de hand van de Participatiewet. Eiseres stelde dat zij haar hoofdverblijf had op een door haar opgegeven adres, maar het college betwistte dit en stelde dat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd om haar claim te onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had geoordeeld dat eiseres niet had aangetoond dat zij op het opgegeven adres woonde. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de bijstandsaanvragen op basis van artikel 11, 17 en 40 van de Participatiewet terecht was en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. Tevens werd er geen reden gezien voor een proceskostenveroordeling.