ECLI:NL:RBZWB:2021:6196

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 december 2021
Publicatiedatum
3 december 2021
Zaaknummer
AWB - 19 _ 3687
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag vennootschapsbelasting 2015

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 december 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2015. De belanghebbende, een B.V. gevestigd te [plaats], had bezwaar aangetekend tegen de aanslag die door de inspecteur van de Belastingdienst was opgelegd. De zitting vond plaats op 19 november 2021, waar de gemachtigde van de belanghebbende en twee inspecteurs van de Belastingdienst aanwezig waren. Tijdens de zitting bereikten partijen overeenstemming over de aftrek van een verlies wegens afwaardering van een schuldvordering van € 350.000 bij het bepalen van de winst voor het jaar 2015.

De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de uitspraak op bezwaar. De aanslag werd verminderd tot nihil en het verlies voor het jaar 2015 werd vastgesteld op € 305.127. Tevens werd de inspecteur gelast om het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 345 te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch. De uitspraak is gedaan door een enkelvoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. drs. P.C. van der Vegt, en is geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 19/3687
uitspraak van 3 december 2021
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen
[belanghebbende] B.V., gevestigd te [plaats] ,
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van de inspecteur van op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan belanghebbende voor het jaar 2015 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 november 2021 te Breda.
Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens belanghebbende, mr. [gemachtigde] , en, namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .

1.Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • vermindert de aanslag tot een berekend naar een bedrag van nihil;
  • stelt het verlies voor het jaar 2015 vast op € 305.127;
  • gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 345 aan haar vergoedt.

2.Gronden

Ter zitting hebben partijen overeenstemming bereikt in die zin dat bij het bepalen van de winst voor het jaar 2015 een verlies wegens afwaardering van een schuldvordering van € 350.000 in aftrek wordt toegestaan. Partijen hebben verder afgesproken dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. Daarom is beslist als hiervoor vermeld.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. P.C. van der Vegt, voorzitter, mr. J.M. van der Vegt en mr. H.J. Cosijn, rechters, in aanwezigheid van mr. drs. M.M. Stassen-Kanters, griffier, op 3 december 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist (artikel 27h, derde lid en artikel 28, zevende lid AWR).
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.