ECLI:NL:RBZWB:2021:6482
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Wraking
- Peters
- Hertsig
- Tempel
- Rechtspraak.nl
Wraking van een kinderrechter op grond van vermeende onpartijdigheid
Op 10 december 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zitting houdende in de wrakingskamer te Breda, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoeker heeft op 6 december 2021 per e-mail een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. [voorletters] Combee, de behandelend kinderrechter in een lopende zaak. Het verzoek tot wraking is gebaseerd op de ervaring van verzoeker met de rechter tijdens een eerdere zitting en zijn onvrede over een eerdere beslissing van de rechter.
De rechtbank heeft in haar beoordeling artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in acht genomen, dat stelt dat een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden kunnen weerleggen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker geen bijzondere feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die erop wijzen dat de onpartijdigheid van de rechter in het geding is. De enkele onvrede over een eerdere uitspraak is onvoldoende om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond verklaard. De beslissing is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.