Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Feiten
2.Wettelijk kader
3.Beoordeling
De volgende regels gelden bij de aanvraag: (…) U heeft geen eigen parkeergelegenheid op eigen terrein of op terrein dat bij uw woning hoort’.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarle-Nassau, waarin zijn aanvraag voor een parkeerontheffing voor twee kentekens werd geweigerd. Het college had op 15 december 2020 het bezwaar van eiser ongegrond verklaard, na een hoorzitting op 14 oktober 2020. De rechtbank heeft de zaak op 25 november 2021 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het college.
De rechtbank heeft vastgesteld dat in het centrum van [plaatsnaam] een parkeerschijfregeling van kracht is, die in 2007 is ingevoerd om de parkeerdruk te verminderen. Eiser woont aan de [adres] en heeft een aanvraag ingediend voor een ontheffing om te parkeren met twee kentekens binnen de blauwe zone. Het college heeft de ontheffing geweigerd op basis van de argumentatie dat eiser over eigen parkeergelegenheid beschikt, wat volgens de parkeerverordening een vereiste is voor het verkrijgen van een ontheffing.
De rechtbank heeft de gedragslijn van het college beoordeeld en geconcludeerd dat het college niet onredelijk heeft gehandeld door de ontheffing te weigeren. Eiser had betoogd dat het college onduidelijk beleid hanteert en dat hij in vergelijkbare gevallen wel ontheffingen had gezien. De rechtbank oordeelde echter dat het college niet verplicht is om beleid te formuleren en dat de weigering van de ontheffing in dit geval niet onredelijk was. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.