Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Vgl. Hoge Raad 15 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:717 en Hoge Raad 23 januari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK2094).
Vgl. Hoge Raad 12 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3118).
5.De benadeelde partij
6.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het tenlastegelegde feit;
7.Bijlage I
tot en met 14-1-2003 te Tilburg en/of Goirle en/of Breda, althans in Nederland,
(telkens) met [slachtoffer] geboren [geboortedag 2] 1987, die de
leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten
echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer] te weten
- met zijn penis de vagina van [slachtoffer] binnendringen en/of
- met zijn vingers de vagina van [slachtoffer] binnendringen en/of
- het zich door [slachtoffer] laten pijpen en/of
- het zich door [slachtoffer] laten aftrekken en/of
- het (tong)zoenen met [slachtoffer] ;
(art 245 lid 1 Wetboek van Strafrecht)