Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Heden gebeld door [inspecteur 3] van de Belastingdienst buitenlanders in [plaats] . Deze weerspreekt de mededeling van de Belgische inspecteur en de Nederlandse informatiedesk dat mijn inkomen in Nederland belastbaar is. Naar zijn mening is de Nederlandse fiscus bij een periodieke uitkering niet bevoegd. De wijze waarop met de Belgische fiscus wordt afgerekend is zijns inziens niet interessant. Hij heeft daarover ook geen instructies ("u mag met de Belgische fiscus regelen wat u wilt, dat interesseert ons niet”). Hij vermeldt nog dat de Nederlandse Pensioenwet uitkering in de vorm van kapitaal verbiedt, ook al wordt dat in de statuten van het pensioenfonds toegestaan. De Nederlandse fiscus gaat ervan uit dat bij een periodieke uitkering het "normale" tarief van de Belgische loonheffing wordt toegepast. Op ministerieel niveau is overeengekomen dat de Nederlandse fiscus bij periodieke uitkeringen niet bevoegd is. Over nieuwe Belgische wetgeving, waarbij bepaald is dat ook in geval van een periodieke uitkering forfaitair mag worden afgerekend heeft hij nog geen instructies. Indien de praktijk is dat ook bij Nederlandse periodiek uitgekeerde pensioenen forfaitair wordt afgerekend moet op ministerieel niveau worden overlegd over de gevolgen daarvan voor de bevoegdheidskwestie. Omdat de uitkerende instelling van het pensioen een andere is dan die van de vut zal hij alsnog een verklaring van vrijstelling van loon- en inkomstenbelasting en sociale premies toezenden aan het pensioenfonds.’
Geachte [belanghebbende] ,
3.Geschil
De inspecteur stelt dat Nederland mocht heffen.
4.Beoordeling van het geschil
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
’s-Hertogenbosch. De voorzitter en de rechters zijn normaal gesproken als raadsheer werkzaam bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Zij zijn in 2021 als rechter-plaatsvervanger gedetacheerd bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Een eventueel hoger beroep moet worden ingediend bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, maar zal worden behandeld door raadsheren van het gerechtshof Den Haag, dat als nevenzittingsplaats van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch is aangewezen.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: