In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 januari 2022, werd het beroep van eiser tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht om een woningaanpassing te vergoeden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) ongegrond verklaard. Eiser had in 2012 de diagnose Parkinson MSA-P gekregen en had een aanvraag ingediend voor een woningaanpassing. Het college had de aanvraag in een eerder besluit afgewezen, omdat de woning niet tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten aanpasbaar was en eiser niet was verhuisd naar een geschikte woning voor zijn beperkingen. Eiser stelde dat hij al in 2014 naar de woning was verhuisd en dat deze toen geschikt was, maar de rechtbank oordeelde dat hij, gezien zijn ziekte, redelijkerwijs had moeten weten dat de woning op termijn niet geschikt zou zijn. De rechtbank concludeerde dat het college op goede gronden had geweigerd de woningaanpassing te vergoeden, omdat eiser niet was verhuisd naar de meest geschikte woning en geen schriftelijke toestemming had gevraagd voor de verhuizing. De rechtbank verwierp ook de beroepsgrond van eiser over het vertrouwensbeginsel, omdat er geen toezeggingen waren gedaan door het college die eiser redelijkerwijs kon interpreteren als een belofte tot toekenning van de woningaanpassing. De rechtbank benadrukte dat het college voldoende had gemotiveerd waarom de bezwaren van eiser niet zijn gehonoreerd en dat de aanvraag terecht was afgewezen.