Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar inzake de aanslag IB/PVV 2015;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar inzake de aanslag IB/PVV 2016;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2015 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 405.258;
- vermindert de bij de aanslag IB/PVV 2015 in rekening gebrachte belastingrente dienovereenkomstig;
- vermindert de verzuimboete opgelegd bij de aanslag IB/PVV 2015 tot een bedrag van € 313;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2016 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 404.606 met handhaving van de overige elementen van die aanslag;
- vermindert de bij de aanslag IB/PVV 2016 in rekening gebrachte belastingrente dienovereenkomstig;
- vermindert de vergrijpboete opgelegd bij de aanslag IB/PVV 2016 tot een bedrag van € 38.000;
2.Gronden
mr. B.W. van Eeken-Liu, griffier, op 23 maart 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;