Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
- De uitspraak van de inspecteur van 5 november 2020 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan hem voor het jaar 2017 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) met aanslagnummer [aanslagnummer] (hierna: de aanslag IB/PVV 2017), en de daarbij gelijktijdig opgelegde verzuimboete en in rekening gebrachte belastingrente; en
- De uitspraak van de inspecteur van 4 november 2020 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan hem opgelegde aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) met aanslagnummer [aanslagnummer] (hierna: de aanslag Zvw) en de daarbij gelijktijdig in rekening gebrachte belastingrente.
1.Beslissing
- verklaart het beroep tegen de aanslag Zvw 2017 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen de aanslag IB/PVV 2017 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar inzake de aanslag IB/PVV 2017 en de daarbij in rekening gebrachte belastingrente;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2017 tot een aanslag berekend naar een inkomen uit werk en woning van € 31.598 en inkomen uit sparen en beleggen van € 794, en vermindert de daarbij behorende beschikking belastingrente dienovereenkomstig;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade van € 1.000;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van €16,36;
2.Gronden
- het belastbaar inkomen uit werk en woning is verminderd tot € 32.479 (volledig bestaande uit inkomsten uit vroegere arbeid);
- het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen is verminderd tot € 794.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;