Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
feit 2. heeft geprobeerd om [aangever 2] te doden dan wel (zwaar) heeft mishandeld.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
Op 4 april 2020 aan de Baronielaan/Bredaseweg in Tilburg ontstond er een grimmige sfeer, nadat verdachte de groep van aangevers [aangever 1] en [aangever 2] en hun vrienden [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] tegen kwam op straat. Verdachte was op zijn scooter, aangevers waren te voet. Op enig moment heeft verdachte een mes tevoorschijn gehaald en heeft hij gestoken in de borststreek van [aangever 1] aan de linkerkant en in de borststreek van [aangever 2] , aan de rechterkant. [aangever 1] had een steekwond aan zijn borst ter hoogte van het hart, hij had een klaplong en vanwege het bloeden is een drain geplaatst. [aangever 2] had eveneens een steekwond in zijn borstkas en een klaplong. Verdachte heeft verklaard dat hij heeft gezwaaid met een survival- of vissersmes met een zaagkant en dat het mes (uitgeklapt) circa 20 cm groot was. Door met een dergelijk mes met kartels in de nabijheid van het hart te steken van beide aangevers, heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat [aangever 1] en [aangever 2] het leven zouden laten. Verdachte heeft, anders geformuleerd, voorwaardelijk opzet gehad op hun dood. Hij heeft zich daarmee naar het oordeel van de rechtbank schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag op zowel [aangever 1] als op [aangever 2] .
op omstreeks 4 april 2020 te Tilburg, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [aangever 1] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet die [aangever 1] met een mes, in de borststreek, heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op omstreeks 4 april 2020 te Tilburg, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [aangever 2] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet die [aangever 2] met een mes, in de borststreek, heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.De strafbaarheid van verdachte.
Boys. Hij was zat. Hij wilde een biertje van ons. Hij kreeg die. En hij was al zat. Toen stapte hij van zijn scooter.
Pakte hij uit de buddy een mes en begon hij rond te slaan” Aangever [aangever 1] stuurde op 22 april 2020 de volgende berichten: “
Ik moet iedereen die die avond van ’t steken bij was spreken. Tegelijk. Beste vandaag. Moet weten wie wat heeft gezegd en wat jullie gaan zeggen stel er komt verhoor.” Daarnaast reageerde [aangever 1] met: “
Niks via app bro” toen [naam 5] op 2 juni 2020 schreef: “
Voor degene die verhoor hebben hou je [naam 6] thuis”.
Hij kreeg tikken jonge. Maar hij bleef maar opstaan. Bierflesjes op zijn hoofd. Kopschoppen. Hahaha. Ja is onnatuurlijk om dat nuchter te overleven”.
6.De benadeelde partij
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
verdachte niet strafbaar voor het bewezen verklaarde en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging;