ECLI:NL:RBZWB:2022:2011
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot intrekking bijstandsuitkering en terugvordering teveel ontvangen uitkering
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Tilburg, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiser ontving vanaf 23 december 2019 een bijstandsuitkering, maar deze werd door verweerder bij besluit van 26 oktober 2020 ingetrokken met terugwerkende kracht. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser van 13 september 2020 tot 15 maart 2021 in detentie verbleef en dat hij pas op 14 november 2020 melding maakte van zijn detentie. Dit leidde tot de vraag of de termijnoverschrijding voor het indienen van het bezwaar verschoonbaar was. De rechtbank oordeelde dat eiser zelf verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van zijn bezwaar en dat hij niet voldoende maatregelen had getroffen om op de hoogte te blijven van belangrijke post, waaronder het besluit van 26 oktober 2020.
De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding rechtvaardigden. Daarom werd het beroep van eiser ongegrond verklaard. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de aanvrager om zorg te dragen voor de ontvangst van post, vooral in situaties van detentie. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken en heeft de beslissing openbaar gemaakt.