ECLI:NL:RBZWB:2022:2395

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 mei 2022
Publicatiedatum
2 mei 2022
Zaaknummer
02-296263-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek ter terechtzitting wegens afwijking van de tenlastelegging

Op 3 mei 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een tussenuitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1994 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Middelburg. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 19 april 2022, waar de officier van justitie, mr. T.C.M. Hendriks, en de verdediging hun standpunten kenbaar maakten. Tijdens deze zitting werd de tenlastelegging gewijzigd, maar bleek later dat de gewijzigde tenlastelegging niet overeenkwam met de oorspronkelijke dagvaarding, wat leidde tot onduidelijkheid over de woorden "voorhanden heeft/hebben gehad". De rechtbank constateerde dat partijen zich hierover niet hadden kunnen uitlaten, wat de noodzaak voor heropening van het onderzoek ter terechtzitting met zich meebracht.

De rechtbank oordeelde dat het onderzoek niet volledig was geweest en besloot het onderzoek te heropenen. Dit was noodzakelijk om te voorkomen dat partijen voor verrassingen kwamen te staan bij de uiteindelijke beslissing. De rechtbank heeft de zaak geschorst en bepaald dat het onderzoek op een nader te bepalen datum zal worden hervat. De verdachte en zijn raadsman zullen worden opgeroepen voor deze zitting. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 3 mei 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/296263-21
vonnis van de meervoudige kamer van 3 mei 2022
in de strafzaak tegen
[Verdachte]
geboren op [Geboortedag] 1994 te [Geboorteplaats- en Land]
verblijvende [Adres]
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Middelburg,
raadsman mr. S.C. van Paridon, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 19 april 2022, waarbij de officier van justitie, mr. T.C.M. Hendriks, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting van 19 2022 gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De gewijzigde tenlastelegging luidt als volgt:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2021 tot en met 30 oktober 2021 te Terheijden, gemeente Drimmelen, in elk geval in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met (een) ander(en), een vuurwapen in de zin van art. 1 onder 3, gelet op art. 2 lid 1, van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een (doorgeladen)pistool, van het merk Glock, model 26 gen.5, kaliber 9 x 19 mm. (wapennummer BHSC286 en goednummer 2392681) zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch en/of semi automatisch te vuren;
en/of bijbehorende (trommel)patroonmagazijn(en) in de zin van art. 3 onder 1º van de Wet Wapens en Munitie, te weten:
- een patroonmagazijn (onbekend merk kaliber 9 m.m – goednr. 2392906); en/of
- een (trommel) patroonmagazijn (onbekend merk, kaliber 9 m.m.–goednr. 2392685); en/of
- een patroonmagazijn (onbekend merk, kaliber 9 m.m – goednr. 2392684), zijnde een (trommel) patroonmagazijn een hulpstuk en/of onderdeel dat van wezenlijke aard en (specifiek) bestemd is voor een pistool van het merk Glock, voornoemd;
en/of bijbehorende munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III te weten:
- 16 kogelpatronen (merk Geco en/of merk GFL, kaliber 9 m.m – goednr. 2393191); en/of
- 1 kogelpatroon (merk GFL, kaliber 9 m.m. – goednr. 2392686) en/of
- 50 kogelpatronen (merk Geco en/of merk S&B, kaliber 9 m.m – goednr. 2393187); en/of
- 30 kogelpatronen (merk S&B, kaliber 9 m.m. – goednr. 2393188); en/of
- Een doosje met 34 kogelpatronen (merk CBC en/of merk Geco, kaliber 9 m.m.– goednummer 2392687),
zijnde munitie die (uitsluitend) geschikt is voor vuurwapens van Categorie III;
(art. 26 lid 1 Wet wapens en munitie).

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De onvolledigheid van het onderzoek ter terechtzitting.

Tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest, aangezien de rechtbank in raadkamer heeft geconstateerd dat in de tekst van de op zitting van 19 april 2022 overgelegde en door de rechtbank toegelaten wijziging tenlastelegging, anders dan in de oorspronkelijke dagvaarding, niet de woorden “voorhanden heeft/hebben gehad” zijn opgenomen, terwijl de rechtbank en – althans zo heeft de rechtbank hun mededelingen en standpunten opgevat – partijen er bij de behandeling ter zitting van 19 april 2022 vanuit zijn gegaan dat die bewoordingen wel in de gewijzigde tenlastelegging waren vervat. Ter voorkoming van een verrassingsbeslissing is de rechtbank van oordeel dat het aangewezen is dat partijen zich over dit aspect nog kunnen uitlaten en zal het onderzoek ter terechtzitting daartoe worden heropend.

5.De beslissing.

De rechtbank:
-
heropent en schorsthet onderzoek en beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen datum zal worden hervat;
- beveelt de oproeping van verdachte en de raadsman tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter zitting zal worden hervat.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Hello, voorzitter, mr. R.J.H. Goossens en mr. A.L. Hoekstra, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.J.A.M. Balemans, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 3 mei 2022.
De voorzitter en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.