Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 23 juni 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[belanghebbende], belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de gemeente Schouwen-Duiveland, de heffingsambtenaar.
Procesverloop
- [adres 1] te [plaats]: € 210.000,-;
- [adres 2] te [plaats]: € 186.000,-;
- [adres 3] te [plaats]: € 249.000,-.
Overwegingen
Beslissing
- verklaart de beroepen met procedurenummers BRE 20/6170 en BRE 20/6171 ongegrond;
- verklaart het beroep met procedurenummer BRE 20/6169 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover die betrekking heeft op de recreatiewoning [adres 3];
- vermindert de vastgestelde waarde van de recreatiewoning [adres 3] tot € 227.000,-;
- vermindert de aanslag onroerende-zaakbelastingen voor [adres 3] dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde deel van de uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 49,56,-;
- gelast dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 48,- in het beroep BRE 20/6169 aan hem vergoedt;
Rechtsmiddel
Bijlage
Kamerstukken II 1993/94, 22 885, nr. 36, blz. 44).