4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op 4 november 2015 in Nederland, een "aangifte van verhuizing binnen de gemeente" (blz. 0160) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte valselijk en in strijd met de waarheid op/in die aangifte van verhuizing binnen de gemeente vermeld/weergegeven
* (bij punt 5) dat hij verdachte inwonend is/was en/of zou (gaan) zijn/worden bij [medeverdachte] (aan de [adres 2] ) en
* dat hij, verdachte op het adres van [medeverdachte] aan de [adres 2] zou gaan wonen en/of verblijven en
* dat hij, verdachte (mitsdien) samen zou gaan wonen met [medeverdachte] op het adres [adres 2] en
* dat hij verdachte (mitsdien) samen met [medeverdachte] zou gaan verblijven op het adres [adres 2] , terwijl hij, verdachte en die [medeverdachte] (feitelijk) niet woonachtig waren op de [adres 2] en de woning aan de [adres 2] (feitelijk) onbewoonbaar was en hij, verdachte en [medeverdachte] niet samenwoonden of zouden gaan samenwonen en niet samen) verbleven en/of (samen) zouden gaan verblijven aan de [adres 2] , zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
omstreeks 4 november 2015 te Bergen op Zoom, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van:
A. een valse "aangifte van verhuizing binnen de gemeente" (blz. 0160) en
B. een valse "verklaring van geen bezwaar" (van inschrijving van hem, verdachte op het adres van [medeverdachte] ) (blz. 0162) - zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die geschriften echt en onvervalst, bestaande die valsheid hierin dat
ad A
- valselijk en in strijd met de waarheid in/op di aangifte van verhuizing (bij punt 5) vermeld staat/is dat hij, verdachte inwonend is/was en/of zou (gaan) zijn bij [medeverdachte] en/of dat hij, verdachte op het adres van [medeverdachte] aan de [adres 2] zou komen wonen en/of dat hij, verdachte (mitsdien) samen zou gaan wonen en/of verblijven met [medeverdachte] op het adres aan de [adres 2] en
ad B
valselijk en/of in strijd met de waarheid in/op die verklaring van geen bezwaar (van inschrijving van hem, verdachte op het adres van [medeverdachte] ) vermeld staat/is dat [medeverdachte] (als hoofdbewoner) woonachtig is op het adres [adres 2] en dat [medeverdachte] geen bezwaar heeft dat hij, verdachte op het adres [adres 2] wordt ingeschreven en dat [medeverdachte] en verdachte (aldus) samen ingeschreven zouden (gaan) staan/zijn en/of samen zouden (gaan) wonen en/of verblijven op het adres [adres 2] , zulks terwijl die [medeverdachte] feitelijk niet woonachtig was op de
[adres 2] en de woning aan de [adres 2] feitelijk onbewoonbaar was en die [medeverdachte] en hij, verdachte niet samenwoonden of zouden gaan samenwonen en niet samen zouden gaan verblijven (op de [adres 2] ) en bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte die valse aangifte van verhuizing binnen de gemeente en/of die valse verklaring van geen bezwaar heeft verstrekt/ingediend/overlegd, aan de Gemeente Bergen op Zoom, terwijl verdachte wisten dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als ware
zij echt en onvervalst.
2.
op 3 december 2015 en/of 15 december 2015 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, een samenlevingsovereenkomst (blz. 0222 t/m 0228) en een samenlevingscontract (blz. 0388 t/m 0393) - zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) valselijk en in strijd met de waarheid op/in die samenlevingsovereenkomst en/of op/in dat samenlevingscontract laten vermelden/weergeven dat
* hij, verdachte en/of [medeverdachte] woonachtig is/zijn aan de [adres 2] en
* hij, verdachte en [medeverdachte] "partners" zijn en samenwonen op het adres [adres 2] (met ingang van (de maand)augustus 2015) en
* hij, verdachte en [medeverdachte] een gemeenschappelijke huishouding (met elkaar) voeren en
* hij, verdachte en [medeverdachte] een affectieve relatie met elkaar hebben, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
omstreeks de periode van 13 juli 2016 tot en met 15 juli 2016 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse samenlevingsovereenkomst (blz. 0222 t/m 0228) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande die valsheid hierin at valselijk en/of in strijd met de waarheid in/op die samenlevingsovereenkomst vermeld staat/is dat
* hij, verdachte en/of [medeverdachte] is/zijn aan de [adres 2] en
* hij, verdachte en [medeverdachte] "partners" zijn en samenwonen op het adres [adres 2] (met ingang van (de maand) augustus 2015) en
* hij, verdachte en [medeverdachte] gemeenschappelijke huishouding (met elkaar) voeren zulks terwijl hij, verdachte en die [medeverdachte] niet woonachtig waren op de [adres 2] en de woning aan de [adres 2] feitelijk onbewoonbaar was en hij, verdachte en die [medeverdachte] geen partners waren en niet samenwoonden op/aan de [adres 2] en geen gemeenschappelijke huishouding met elkaar voerden en bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s) die valse samenlevingsovereenkomst heeft/hebben laten verstrekken/indienen/overleggen bij/aan de Gemeente Bergen op Zoom, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat geschrift bestemd was voor gebruik als ware zij echt en onvervalst.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.