4.3.1De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Ten aanzien van feit 1
Uit het dossier komt naar voren dat verdachte op 11 en 12 mei 2019 gebruik heeft gemaakt van twee telefoonnummers: [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] . Het eerste telefoonnummer betreft een op zijn naam gesteld nummer en het tweede telefoonnummer is een prepaid telefoonnummer. Uit processen-verbaal van 26 september 2019 en 1 oktober 2019 komt naar voren dat het op naam van verdachte gestelde telefoonnummer - [telefoonnummer 1] een contact was van één van de ‘overvalstelefoons’ op 12 mei 2019. Dit telefoonnummer kwam verder voor als een van de telefoonnummers waarmee medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 12 mei 2019 contact hadden.
Van het telefoonnummer eindigend op - [telefoonnummer 2] bleek in het onderzoek op 7 oktober 2019 al dat het op 12 mei 2019 tussen ongeveer 08:20 en 09:35 uur in totaal vier keer contact had gehad met twee van de door de officier van justitie genoemde ‘overvalstelefoons’.
Tijdens de doorzoeking van zijn woning op 20 november 2019 werden twee telefoons, met de genoemde telefoonnummers, onder verdachte in beslag genomen. Uit de imei-gegevens van de Samsung Galaxy J3 bleek dat daarin het telefoonnummer - [telefoonnummer 2] was gebruikt.
Ter terechtzitting heeft verdachte bevestigd dat hij het telefoonnummer eindigend op - [telefoonnummer 1] in gebruik had en dat hij waarschijnlijk ook nog een prepaid telefoonnummer had destijds.
Uit de verkeers- en locatiegegevens van deze telefoonnummers op 11 en 12 mei 2019 blijkt het volgende.
Telefoonnummer - [telefoonnummer 1]
11 mei 2019
- omstreeks 12:57 uur had het telefoonnummer contact met een telefoonnummer eindigend met de cijfers - [telefoonnummer 3] , welk nummer in gebruik is bij [naam] .
12 mei 2019
- om 05:30 uur, 05:31 uur, 05:34 uur, 05:37 uur en 05:44 uur was er contact met een telefoonnummer eindigend met de cijfers - [telefoonnummer 4] . Uit het onderzoek is gebleken dat dit een prepaid telefoonnummer is dat alleen op 11 en 12 mei 2019 in gebruik was. Bij de drie laatstgenoemde contacten straalde dat telefoonnummer aan op de antennemast aan de Schelpweg [nummer] in Domburg. Het telefoonnummer van verdachte gebruikte bij deze contacten antennemasten in Vlissingen.
- om 05:35 uur 05:39 uur was er contact met een telefoonnummer eindigend op de cijfers
- [telefoonnummer 5] , in gebruik bij [medeverdachte 2] . Het telefoonnummer van verdachte straalde toen aan op een antennemast in Vlissingen en het nummer - [telefoonnummer 5] op een antennemast in Kruiningen.
- om 05:46 uur is er contact met telefoonnummer - [telefoonnummer 5] , welk telefoonnummer aanstraalt op een antennemast in Goes.
- om 05:57 uur is er contact met het telefoonnummer - [telefoonnummer 4] . Het telefoonnummer van verdachte straalt dan aan op een antennemast aan de Babelweg in Domburg; het telefoonnummer - [telefoonnummer 4] op een antennemast aan de Schelpweg [nummer] in Domburg.
- om 06:26 uur (2x) en 06:29 uur is er contact met telefoonnummer - [telefoonnummer 5] . Het telefoonnummer van verdachte straalde toen aan op een antennemast in Vlissingen; het telefoonnummer van [medeverdachte 2] op een antennemast in Goes.
- om 08:00 uur, 08:05 uur, 09:17 uur en 11:36 uur vindt dataverkeer plaats, waarbij antennemasten zijn aangestraald in respectievelijk Vlissingen, Arnemuiden, Goes en Goes.
- om 11:40 is er twee keer contact met een telefoonnummer eindigend op - [telefoonnummer 3] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] . Tijdens deze contacten straalde het telefoonnummer van verdachte aan op een antennemast in ’s-Heer Arendskerke respectievelijk Heinkenszand, en het telefoonnummer van [medeverdachte 1] op een antennemast in Arnemuiden.
Telefoonnummer - [telefoonnummer 2]
12 mei 2019
- om 05:44 uur contact met het telefoonnummer - [telefoonnummer 4] , waarbij door de telefoonnummers dezelfde antennemasten zijn aangestraald als tijdens het contact van - [telefoonnummer 1] met - [telefoonnummer 4] om 05:44 uur.
- om 06:07 uur, 07:18 uur en 08:04 uur is er dataverkeer, waarbij antennemasten in respectievelijk Domburg, Vlissingen en Arnemuiden worden aangestraald.
- om 08:22 uur en 08:47 uur is er contact met het telefoonnummer eindigend op cijfers
- [telefoonnummer 6] . Dit is een prepaid telefoonnummer dat alleen op 11 en 12 mei 2019 is gebruikt. Tijdens deze contacten straalt het telefoonnummer van verdachte aan op een antennemast in Goes en nummer - [telefoonnummer 6] op een antennemast in West-Souburg.
- om 09:34 uur vindt nog een contact plaats tussen deze telefoonnummers, waarbij het nummer van verdachte aanstraalt op een antennemast in Goes en het nummer - [telefoonnummer 6] op een antennemast in Middelburg.
Uit deze contacten valt samenvattend op te maken dat verdachte in de vroege ochtend na de overval contact had met [medeverdachte 2] en met het prepaid telefoonnummer - [telefoonnummer 4] waarvan de gebruiker onbekend is gebleven. Later die ochtend is er ook nog contact met het prepaid telefoonnummer - [telefoonnummer 6] , waarvan de gebruiker eveneens onbekend is gebleven.
Beide prepaid telefoonnummers hebben ook contact(en) met prepaid telefoonnummers die op dat moment vermoedelijk in gebruik zijn geweest bij veroordeelde medeverdachten in dit onderzoek.
Verder kan uit deze gegevens worden afgeleid dat verdachte zich op 12 mei 2019 in de periode tussen circa 05:30 uur en 11:30 uur heeft verplaatst van Vlissingen naar Domburg, weer terug naar Vlissingen en eindigend in Goes.
Uit de contactenlijst, de verklaring van verdachte ter terechtzitting en het dossier komt naar voren dat verdachte contacten onderhield met verschillende leden van de familie [familie] en dat hij al sinds lang bevriend is met medeverdachte [medeverdachte 1] .
Hoewel de telefonische contacten van verdachte in de (vroege) ochtend in het licht van de overval op de woning niet lang daarvoor vragen oproepen, bevat het dossier geen aanknopingspunten dat verdachte tijdens zijn rit die ochtend personen of geld heeft vervoerd. Zo zijn er geen getuigenverklaringen of camerabeelden die deze gang van zaken ondersteunen. Evenmin is uit antennemastgegevens gebleken dat telefoonnummers van (veroordeelde) medeverdachten of van de ‘overvalstelefoons’ (de prepaid telefoonnummers) meereisbewegingen maakten met de reisbewegingen van de telefoonnummers van verdachte die ochtend.
Voorts biedt het dossier geen aanknopingspunten dat bij verdachte na de overval sprake was van onverklaarbaar vermogen. Als hij inderdaad overvallers zou hebben opgehaald in Domburg of geholpen zou hebben met het tellen dan wel veiligstellen van de buit, dan is het aannemelijk dat hij voor deze rol een deel van de buit gekregen zou hebben. Nu bij verdachte niets is gevonden dat wijst op vermogen dat niet anders verklaard kan worden dan doordat hij heeft gedeeld in de buit van de overval, is ook op dit punt geen sprake van ondersteuning van de verdenking.
Wat er ook zij van verdachtes verklaring voor de op 11 en 12 mei 2019 geconstateerde contacten en reisbewegingen, het dossier bevat naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte de begunstigingshandelingen als genoemd in de tenlastelegging heeft begaan.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde feit.
Nu de locatie- en verkeersgegevens van de telefoonnummers - [telefoonnummer 1] en - [telefoonnummer 2] niet voor het bewijs worden gebezigd behoeft het verweer gebaseerd op het Prokuratuur-arrest van het EHRM geen nadere bespreking.
Ten aanzien van feit 2
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend.