ECLI:NL:RBZWB:2022:4253
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 juli 2022, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser heeft een verzoek ingediend op 11 mei 2021 voor herbeoordeling van zijn situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. Eiser stelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag. De rechtbank oordeelt dat het niet nodig is om partijen uit te nodigen voor een zitting, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat als een bestuursorgaan niet op tijd beslist, de betrokkene een ingebrekestelling moet sturen. Eiser heeft op 5 mei 2022 een ingebrekestelling gestuurd, maar de beslistermijn was op dat moment nog niet verstreken. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling te vroeg is verzonden, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank merkt op dat, hoewel het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, de Belastingdienst alsnog moet beslissen op het verzoek van eiser. De rechtbank besluit het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.