ECLI:NL:RBZWB:2022:4275
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake gedoogbeslissing telen van hennepplanten
Op 26 juli 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers bezwaar maakten tegen een brief van de burgemeester van Tilburg. In deze brief, gedateerd 12 mei 2022, werd aangegeven dat de burgemeester geen redenen zag om af te wijken van de regeling dat in het geval van het telen van maximaal 5 hennepplanten niet bestuursrechtelijk wordt gehandhaafd. Verzoekers, die samen 10 hennepplanten telen, vorderden een voorlopige voorziening op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) omdat zij vreesden voor inbeslagname van hun planten en strafrechtelijke vervolging.
De voorzieningenrechter overwoog dat de mededeling van de burgemeester kan worden gezien als een gedoogbeslissing en dat tegen deze beslissing geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen kunnen worden aangewend, zoals eerder bevestigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De voorzieningenrechter concludeerde dat de situatie van verzoekers niet uitzonderlijk genoeg was om af te wijken van deze regel. De rechtbank oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat de burgemeester niet handhavend optreedt tegen het telen van maximaal 5 hennepplanten, en dat verzoekers rechtsmiddelen kunnen aanwenden tegen een eventueel sluitingsbevel.
De uitspraak benadrukt de grenzen van de handhaving van de Opiumwet en de rol van gedoogbeslissingen in het bestuursrecht. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, met de conclusie dat de rechtbank niet bevoegd was in de hoofdzaak.