ECLI:NL:RBZWB:2022:5041
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke beoordeling van naheffingsaanslag parkeerbelasting in Breda
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 8 september 2022, staat de naheffingsaanslag parkeerbelasting centraal die door de heffingsambtenaar van de gemeente Breda aan de belanghebbende is opgelegd. De belanghebbende had een naheffingsaanslag van € 66,- ontvangen, bestaande uit € 1,50 aan belasting en € 64,50 aan kosten, omdat zijn voertuig op een parkeerplaats stond zonder dat de parkeerbelasting was voldaan. De rechtbank beoordeelt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar, die het bezwaar ongegrond had verklaard.
De rechtbank constateert dat de auto van de belanghebbende op 2 april 2021 om 14:05 uur stil stond op een parkeerplaats aan de Zandberglaan te Breda, waar tegen betaling van parkeerbelasting geparkeerd mocht worden. De belanghebbende voerde aan dat er geen sprake was van parkeren, omdat zijn voertuig was aangesloten op een laadpaal voor elektrische voertuigen, maar geen stroom afnam. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de naheffingsaanslag terecht heeft opgelegd, omdat de parkeerplaats was bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen en de belanghebbende niet aan de verplichtingen van de Parkeerverordening voldeed.
De rechtbank concludeert dat de belanghebbende zijn auto heeft geparkeerd op een plaats waar alleen tegen parkeerbelasting geparkeerd mag worden. De heffingsambtenaar was bevoegd om een naheffingsaanslag op te leggen, en het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.