Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Feiten
3.Beoordeling door de rechtbank
- belanghebbende heeft de Nederlandse nationaliteit;
- de echtgenote van belanghebbende, zijn kinderen en zijn ouders wonen in 2018 in Nederland;
- de woning aan de [adres] staat belanghebbende in 2018 duurzaam als tehuis ter beschikking;
- bij deze woning staan meerdere auto’s ter beschikking;
- belanghebbende bezit in 2018 een recreatiewoning op [eiland] ;
- belanghebbende beschikt over vier Nederlandse bankrekeningen;
- belanghebbende ontvangt een pensioen van het [pensioenfonds] op een Nederlandse bankrekening;
- belanghebbende ontvangt op een van de Nederlandse bankrekeningen rente over een geldlening die hij aan zijn ouders heeft verstrekt;
- de boot van belanghebbende is verzekerd bij een Nederlandse verzekeraar;
- belanghebbende heeft in Nederland een mobiele telefoonabonnement;
- belanghebbende verbleef in 2018 116 dagen in Nederland.
4.Conclusie en gevolgen
5.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;