In de brief van de inspecteur van 22 september 2020 met kenmerk ‘motivering uitspraak op het bezwaarschrift’ (hierna: de brief van 22 september 2020) staat, voor zover hier van belang, het volgende:
“
Beoordeling van uw bezwaarschrift
Onderstaand ga ik per jaar afzonderlijk in op uw bezwaar.
Met betrekking tot het jaar 2013:
De NIBUD-normen geven een minimale bestedingsnorm van een gezin aan. In de banktransacties van het gezin worden verschillende bestedingscategorieën onvoldoende aangetroffen. Dit betekent dat bepaalde bestedingen contant moeten zijn betaald. Er zijn geen nadere argumenten aangegeven waarom de gehanteerde NIBUD normen te hoog zouden zijn. Daarom blijven de NIBUD-normen
ongewijzigd. Echter, afschrijvingen horen niet thuis in NIBUD. Autoverzekeringen en MRB worden altijd via bank betaald, dus horen in NIBUD (contante betalingen) ook niet thuis. Deze drie onderdelen dienen te worden gecorrigeerd.
De aanpassing in de vermogensvergelijking op grond van het voorgaande bedraagt € 2.652. Ik stel het negatief netto privé vast op € 6.572.
Met betrekking tot het jaar 2014:
Afschrijvingen horen niet thuis in NIBUD. Autoverzekeringen en MRB worden altijd via bank betaald, dus horen in NIBUD (contante betalingen) ook niet thuis. De bedragen van deze 3 onderdelen uit NIBUD halen. Deze drie onderdelen dienen te worden gecorrigeerd.
De aanpassing in de vermogensvergelijking op grond van het voorgaande bedraagt € 2.652. Ik stel het negatief netto privé vast op € 9.385.
Met betrekking tot het jaar 2015:
Afschrijvingen horen niet thuis in NIBUD. Autoverzekeringen en MRB worden altijd via bank betaald, dus horen in NIBUD (contante betalingen) ook niet thuis. De bedragen van deze 3 onderdelen uit NIBUD halen. Deze drie onderdelen dienen te worden gecorrigeerd. De correctie bedraagt € 2.652. Voor het overige acht ik de stellingen van belastingplichtige niet bewezen.
Ik stel het negatief netto privé vast op € 21.164.
Met betrekking tot het jaar 2016:
Afschrijvingen horen niet thuis in NIBUD. Autoverzekeringen en MRB worden altijd via bank betaald, dus horen in NIBUD (contante betalingen) ook niet thuis. De bedragen van deze 3 onderdelen uit NIBUD halen. De correctie bedraagt € 2.652.
De moeder van belastingplichtige heeft in juni 2015 een uitkering inzake een spaarkasovereenkomst ad € 9.708 via Aegon ontvangen. Dat geld is destijds contant opgenomen van de bank. Het zou dus kunnen dat van deze uitkering een bedrag ad € 5.000 naar belastingplichtige en [C] is gegaan. Ik ben van mening dat voor een gedeelte ad € 5.000 voldoende verklaring is gegeven en zal dit corrigeren.
Ten aanzien van de lening van de heer [B] merk ik op dat het bedrag ad € 10.000 via de bank van de heer [B] is overgemaakt naar de bank van [C] , de echtgenoot van belastingplichtige. Dit bedrag dient dan ook meegenomen te worden in de vermogensvergelijking.
Ik ga ermee akkoord dat er een correctie ad € 10.000 dient plaats te vinden. Voor het overige acht ik de stellingen van belastingplichtige niet bewezen.
De aanpassing in de vermogensvergelijking op grond van het voorgaande bedraagt € 17.652. Ik stel het negatief netto privé vast op € 4.231.
Met betrekking tot het jaar 2017:
Autokosten
De afschrijvingen, autoverzekering en MRB spelen in 2017 geen rol omdat in dit jaar geen autokosten in de NIBUD gecorrigeerd worden.
Inzake Auto Mercedes 4-TGX-22.
Deze aanschaf van deze auto heeft in totaal € 32.395 gekost. Een bedrag ad €26.495 is betaald middels een lening ad € 21.400 en per bank ad— € 5.095. Het restant ad € 5.900 is contant betaald. Dit bedrag is niet zichtbaar in de zakelijke kas. Het bedrag ad € 5.900 is dus terecht als uitgave in de vermogensvergelijking meegenomen.
Vakantie Marokko ad € 2.000 en Turkije ad €1.500.
Uit de bankafschriften blijkt dat er vliegtickets zijn betaald. In de vermogensvergelijking zijn deze bedragen als stelposten opgenomen als zijnde contant gedane uitgaven op de vakanties.
Overname zaak ad € 10.000.
De barbershop is van de vorige eigenaar, de heer [A] , overgenomen voor een bedrag ad € 10.000. Van dit bedrag is in 2017 € 5.000 betaald aan de heer [A] . In de zakelijke kas en via de bank is de betaling van dit bedrag niet terug te vinden. Dit bedrag moet dus via privé zijn betaald. Het bedrag ad € 5.000 is dus terecht als uitgave in de vermogensvergelijking meegenomen.
Zakelijke kosten contant betaald via privé ad € 6.072.
Dit betreft zakelijke kosten waarvan de betaling niet in de zakelijke kas of via de bank is terug te vinden. Het bedrag ad € 6.072 is dus terecht als uitgave in de vermogensvergelijking meegenomen.
Ik acht de stellingen van belastingplichtige niet bewezen. De correctie is juist berekend.
(…)”