ECLI:NL:RBZWB:2022:5917
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een Wajong-uitkering door het UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 oktober 2022, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn Wajong-uitkering beoordeeld. Eiser, geboren op 22 juni 2001 en bekend met diverse beperkingen, had eerder een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, welke op 12 september 2019 was afgewezen. Het UWV had vastgesteld dat eiser over arbeidsvermogen beschikte, maar dat hij intensieve begeleiding nodig had. Eiser heeft in 2020 een herhaalde aanvraag ingediend, na het niet succesvol afronden van zijn stage. Hij stelde dat er nieuwe feiten waren die aanleiding gaven om terug te komen op het eerdere besluit. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft geweigerd om terug te komen op het besluit van 12 september 2019. De rechtbank concludeert dat er geen nieuwe medische feiten zijn die de eerdere beoordeling van het arbeidsvermogen van eiser in twijfel trekken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het UWV niet hoeft terug te komen op het eerdere besluit en eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden tot hoger beroep.