ECLI:NL:RBZWB:2022:5932
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep inzake verzoek om adresgegevens op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 oktober 2022, wordt het beroep van eiser beoordeeld met betrekking tot zijn verzoek om adresgegevens op basis van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigden, had op 25 januari 2021 een verzoek ingediend bij de minister van Financiën om inzage in zijn adresgegevens. De minister heeft op 23 juli 2021 geantwoord dat hij de adresgegevens van eiser, verkregen uit de basisregistratie personen (brp), verwerkt. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, waarop de minister op 16 februari 2022 het bezwaar ongegrond verklaarde.
De rechtbank heeft het beroep op 1 september 2022 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van de minister aanwezig waren. Eiser stelt dat de digitale gegevens over zijn adres niet overeenkomen met de werkelijkheid, en dat de minister niet correct heeft gehandeld door deze gegevens te verwerken. De rechtbank oordeelt dat de minister met zijn besluit van 23 juli 2021 heeft voldaan aan het verzoek van eiser, en dat indien eiser rectificatie van zijn persoonsgegevens wenst, hij zich moet wenden tot de verwerkingsverantwoordelijke, zoals de gemeente of het Kadaster.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, en benadrukt dat de AVG de betrokkene het recht geeft op inzage en rectificatie van persoonsgegevens. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen zes weken na verzending van de uitspraak.