Uitspraak
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil
3.De beoordeling
- [eiseres] verhuurt de woning met ingang van 1 augustus 1991 aan [gedaagde] . Het betreft een eengezinswoning met een tuin.
- [gedaagde] heeft met tussenpozen vanaf 2009 een probleem met het schoonhouden en opruimen van de woning en het goed onderhouden van de tuin.
- In 2012 heeft [eiseres] bij deze rechtbank een procedure tegen [gedaagde] aanhangig gemaakt. Zij heeft destijds verzocht om ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, omdat [gedaagde] de woning onvoldoende schoon en opgeruimd zou houden. De kantonrechter heeft in zijn vonnis van 9 januari 2013 geoordeeld dat de woning weliswaar in redelijkheid niet als ‘schoon genoeg’ kan worden aangemerkt, maar dat de tekortkoming van [gedaagde] niet rechtvaardigt dat de huurovereenkomst wordt ontbonden. Daarbij heeft de kantonrechter [gedaagde] met nadruk erop gewezen dat dit geen vrijbrief is om de situatie te laten zoals die is.
- Vanaf juni 2016 heeft [eiseres] weer contact gezocht met [gedaagde] , omdat zij had geconstateerd dat de tuin een onverzorgde indruk maakte.
- Begin 2018 is naar aanleiding van huisbezoeken van [eiseres] een hulpverleningstraject opgestart door Team WijZ van de gemeente Waalwijk in samenwerking met Actief Zorg.
- Tot de stukken van het geding behoren meerdere interne vastleggingen van de betrokken interventieconsulent van [eiseres] , e-mails van de begeleider van [gedaagde] bij Actief Zorg en e-mails van Team Wijz aan [eiseres] ten aanzien van het hulpverleningstraject en de situatie in de woning over de periode december 2017 tot en met juni 2020.
- In een brief van 19 juni 2020 heeft [eiseres] geschreven dat Actief Zorg wekelijks aan haar heeft teruggekoppeld dat [gedaagde] onvoldoende meewerkt en de gestelde resultaten van de zorg niet kunnen worden behaald, dat [gedaagde] niet wenst mee te werken aan verder onderzoek naar onderliggende problematiek van de houding van [gedaagde] en de algehele indruk van de woning en de tuin is dat deze vervuild en verwaarloosd is. Verder heeft zij aan [gedaagde] medegedeeld dat de gemeente Waalwijk heeft geconcludeerd dat het inzetten van zorg niet langer verantwoord is en daarom heeft besloten om alle hulpverlening binnen drie maanden af te bouwen en daarna stop te zetten.
- In de daaropvolgende periode heeft [eiseres] diverse huisbezoeken bij [gedaagde] afgelegd, laatstelijk 29 november 2021. Foto’s van de situatie van de woning en de tuin op die momenten behoren tot de stukken van het geding.
- Begin april 2021 heeft [gedaagde] zich opnieuw aangemeld bij de gemeente Waalwijk voor een hulpverleningstraject. Eind juni 2021 is vervolgens een hulpverleningstraject door Maatwerk in Zorg (hierna: MZ) gestart.