mw. mr.drs. S.J. Willems-Ruesink

De rechtbank heeft op 20 oktober 2025 een verzoek om geheimhouding toegewezen in een belastingzaak, ter bescherming van de privacy van een derde rechtspersoon.

De rechtbank verklaart het beroep van [belanghebbende] B.V. ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 573.000 en de belastingaanslagen. Verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde en aanslag OZB. Verzoek om immateriële schadevergoeding wordt afgewezen.

Beroep van belanghebbende B.V. tegen WOZ-waarde en aanslag OZB ongegrond verklaard door Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 oktober 2025.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende recht heeft op een teruggaaf Bpm van € 23.650 na wijziging van standpunt door de inspecteur. De uitspraak op bezwaar wordt vernietigd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, omdat hij geen recht heeft op teruggaaf Bpm voor de uitvoer van een auto naar Duitsland, die slechts tijdelijk was geregistreerd.

De rechtbank oordeelt dat het bezwaar van belanghebbende ontvankelijk is en handhaaft de teruggaaf Bpm van € 2.746, ondanks eerdere afwijzing door de inspecteur.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag bpm van € 476 terecht is opgelegd, waarbij de datum van eerste toelating op 4 augustus 2016 wordt vastgesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is opgelegd aan belanghebbende voor gebruik van een auto met Duits kenteken in Nederland. Het beroep is ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van belanghebbende tegen de inspecteur van de Belastingdienst niet-ontvankelijk wegens niet tijdig beslissen op verzoeken tot teruggaaf Bpm.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is opgelegd, maar dat bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Belanghebbende krijgt € 500 schadevergoeding.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur niet tijdig heeft beslist op het bezwaar van de belanghebbende. Het beroep is gegrond en de inspecteur moet binnen twee weken een besluit nemen en een dwangsom betalen van € 1.442,-.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het beroep van belanghebbende gegrond is voor de hoogte van de dwangsom, vastgesteld op € 276,-, en dat wettelijke rente verschuldigd is.

De rechtbank verklaart het verzet gegrond en herstelt de procedure inzake erfbelasting, omdat de eerdere niet-ontvankelijk verklaring onterecht was.

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van bezwaren en verzoeken om ambtshalve vermindering van belastingboetes over 2016, 2017 en 2018.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde ongegrond, waardoor de waarde en aanslag OZB gehandhaafd blijven.

De rechtbank heeft de WOZ-waarde van een woning in Drimmelen vastgesteld op € 243.000, na het beroep van belanghebbende tegen de eerdere waardebepaling van € 251.000.

De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende tot € 453,50 na intrekking van het beroep tegen een dwangsombeslissing.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeelt heffingsambtenaar in proceskosten van belanghebbende tot € 453,50 na intrekking beroep.

De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende tot € 453,50 en het griffierecht van € 53,- te vergoeden.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken machtiging en beroepsgronden.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van beroepsgronden door de gemachtigde.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken machtiging en gronden. Bestreden besluit blijft in stand.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van het griffierecht.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht. Geen verontschuldiging voor verzuim.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens ontbrekende machtiging in WOZ-zaak. De uitspraak is gedaan op 1 oktober 2025.

De rechtbank verklaart de bezwaren van de belanghebbende tegen de aanslagen forensenbelasting ongegrond en niet-ontvankelijk, en is onbevoegd over ambtshalve beslissingen.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat het beroep prematuur was ingediend. Ook het verzoek om immateriële schadevergoeding wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang en termijnoverschrijding in belastingzaak.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd in een zaak over de verrekening van belastingaanslagen, omdat de belastingrechter niet bevoegd is om hierover te oordelen.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht; toekenning immateriële schadevergoeding van € 500,- en proceskostenvergoeding van € 22,68 aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, maar kent een immateriële schadevergoeding van € 500 toe vanwege termijnoverschrijding.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd in de zaak van [belanghebbende] B.V. tegen de Belastingdienst over kwijtschelding en saneringsregeling.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht. De belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht. De belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in WOZ-zaak.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in WOZ-zaak.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep van de Stichting [belanghebbende] niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een geldige machtiging van de gemachtigde.

De rechtbank verklaart het beroep van [belanghebbende] B.V. niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een juiste machtiging van de gemachtigde.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag IB/PVV 2022 en belastingrentebeschikking in stand blijven. Belanghebbende krijgt geen hogere heffingskorting dan € 33.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om proceskostenveroordeling toe voor beroepsfase, maar wijst verzoek voor bezwaarfase af. Heffingsambtenaar moet € 453,50 vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van het griffierecht.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.