In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen om de uitkering op grond van de Participatiewet in te trekken over de maanden oktober 2019 en maart 2020. Het college heeft de intrekking gehandhaafd op basis van de schending van de inlichtingenplicht door eiser, die geen melding heeft gemaakt van de aan- en verkoop van auto’s in de betreffende maanden. De rechtbank heeft het beroep op 8 september 2022 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van het college aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het college terecht heeft vastgesteld dat eiser de inlichtingenplicht heeft geschonden. Eiser had melding moeten maken van de lening van zijn zoon voor de aankoop van de Suzuki Swift en de gift van zijn zoon voor de Volkswagen Golf. De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van eiser en zijn zoon tegenstrijdig zijn en dat de verstrekte informatie niet voldoende is om het recht op bijstand vast te stellen. Eiser heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij recht op bijstand zou hebben gehad als hij de inlichtingenplicht niet had geschonden.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft het besluit van het college om de bijstandsuitkering in te trekken. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. P.B. van Onzenoort op 18 oktober 2022 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.