In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin [verzoeker] een ontslag op staande voet aanvecht dat hem op 22 juni 2022 door MSS Transport B.V. is gegeven. [verzoeker] was in dienst bij MSS Transport B.V. en heeft verzocht om rectificatie van de partijaanduiding in het verzoekschrift, dat aanvankelijk gericht was tegen [verweerder], de eigenaar van MSS Transport B.V. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vergissing in de partijaanduiding hersteld kan worden, omdat het voor MSS Transport B.V. kenbaar was dat het verzoek gericht was tegen haar. De rechter heeft vastgesteld dat de rectificatie niet tot benadeling van MSS Transport B.V. leidt en dat de verzoeker tijdig om rectificatie heeft verzocht.
De kantonrechter heeft vervolgens de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet beoordeeld. MSS Transport B.V. heeft onvoldoende bewijs geleverd voor de dringende reden die het ontslag zou rechtvaardigen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet onregelmatig was en heeft [verzoeker] een onregelmatige opzegvergoeding van € 5.190,45 bruto toegekend, evenals een transitievergoeding van € 1.743,82 bruto en een billijke vergoeding van € 5.000,00. Daarnaast zijn de ten onrechte ingehouden bedragen op het loon van [verzoeker] toegewezen, inclusief wettelijke verhogingen en rente. De verzoeken tegen [verweerder] zijn afgewezen, omdat hij niet als werkgever kan worden aangemerkt na de overgang van onderneming.
De kantonrechter heeft MSS Transport B.V. veroordeeld tot betaling van de toegewezen bedragen en de proceskosten, terwijl de verzoeken tegen [verweerder] zijn afgewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.