ECLI:NL:RBZWB:2022:6243

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 februari 2022
Publicatiedatum
28 oktober 2022
Zaaknummer
21-017491
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname van een paintball geweer

Op 18 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beslissing genomen op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Klaagster, vertegenwoordigd door haar raadsman mr. M. Houweling, had bezwaar gemaakt tegen de inbeslagname van een Valken Gotcha Shotgun blue (paintball geweer) en een zak met paintball balletjes, die op 4 november 2021 in beslag waren genomen. Klaagster stelde dat het wapen een categorie IV-wapen betreft, waarvan het bezit door iemand van 18 jaar of ouder is toegestaan volgens de Wet wapens en munitie. De officier van justitie betwistte dit en stelde dat klaagster met het wapen had geschoten vanuit haar dakraam, wat leidde tot een melding van burengerucht.

De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering zich niet verzet tegen teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp. De rechtbank stelde vast dat er geen voldoende bewijs was dat klaagster een strafbaar feit had gepleegd met het wapen. De officier van justitie had weliswaar aangegeven dat klaagster zou worden gedagvaard wegens overtreding van artikel 431 van het Wetboek van Strafrecht, maar de rechtbank vond dat de verdenking onvoldoende onderbouwd was. De rechtbank concludeerde dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter later zou besluiten tot verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het paintball geweer.

Daarom verklaarde de rechtbank het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van het luchtdrukwapen aan klaagster. Deze beslissing werd genomen in aanwezigheid van griffier mr. M.A.E. de Kroon en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep in cassatie worden ingesteld door het Openbaar Ministerie of de klager.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Locatie Breda
parketnummer:
rk.nummer: 21-017491
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klaagster]
geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats],
woonplaats kiezende ten kantore van mr. M. Houweling, Bovendonk 11, 4707 ZH Roosendaal
hierna te noemen: klaagster.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 4 november 2021 onder klaagster een BB-gun (luchtdrukwapen) in beslag is genomen.
  • het klaagschrift, ingediend op 15 november 2021 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
  • het verweerschrift van de officier van justitie; en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Het klaagschrift is behandeld in raadkamer op 4 februari 2022. Gehoord zijn de officier van justitie, mr. R.S. Jacobs, klaagster en mr. M. Houweling als raadsman van klaagster.
Namens klaagster is aangevoerd dat op 4 november 2021 een Valken Gotcha Shotgun blue (paintball geweer) en een zak met paintball balletjes in beslag zijn genomen. Het is volgens klaagster evident dat het een categorie IV-wapen betreft, waarvan bezit in een woning door iemand van 18 jaar of ouder op grond van de Wet wapens en munitie is toegestaan. Naar het oordeel van klaagster verzet het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave.
De officier van justitie heeft zich in raadkamer op het standpunt gesteld dat het wapen niet verboden is volgens de Wet wapens en munitie, maar dat er vanuit het dakraam mee geschoten werd. De politie kwam ter plaatse naar aanleiding van een melding van de buren van klaagster wegens het verstoren van de nachtrust. Verbalisant heeft gezien dat klaagster vanuit het dakraam heeft geschoten tegen de schutting van de buren. Het Openbaar Ministerie is voornemens klaagster te dagvaarden wegens het overtreden van artikel 431 van het Wetboek van Strafrecht. Klaagster dient voor de kantonrechter te verschijnen. Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave, nu het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het paintball geweer zal bevelen.
In raadkamer heeft de advocaat in aanvulling op het klaagschrift aangevoerd dat niet vastgesteld kan worden dat er een strafbaar feit is gepleegd met het inbeslaggenomen voorwerp. Er zijn geen stukken waaruit is gebleken dat er sprake is geweest van burengerucht door het schieten met de BB-gun. Daarbij betreft het geen ongecontroleerd goed en is het voorwerp niet strafbaar. Er is geen grondslag om het voorwerp in beslag te houden.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend en klager is ontvankelijk in het klaagschrift.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
De rechtbank overweegt over het klaagschrift tegen het strafvorderlijk beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv als volgt.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad sinds HR 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654, r.o. 2.8 en 2.9, dient de rechter, in geval van een klaagschrift tegen een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag:
a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen,
b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
In dit laatste geval moet het klaagschrift van de beslagene ongegrond worden verklaard en kan, mits de hiervoor bedoelde ander zelf een klaagschrift heeft ingediend, de teruggave aan die rechthebbende worden gelast.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de desbetreffende voorwerpen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4o, Sr in verbinding met artikel 552f Sv.
De rechtbank stelt vast dat gelet op de Wet wapens en munitie het is toegestaan een categorie IV-wapen voorhanden te hebben indien de leeftijd van achttien jaren is bereikt.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat er met dit wapen een strafbaar feit is gepleegd en dat klaagster daarvoor zal worden gedagvaard inzake artikel 431 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank is van oordeel dat een verdenking aangaande artikel 431 van het Wetboek van Strafrecht bestaat uit, bijvoorbeeld, muziek die te hard stond wat rumoer of burengerucht in de voor nachtrust bestemde tijd heeft veroorzaakt en niet uit het (enkel) schieten met het luchtdrukwapen. Voorts is het wapen al voor de voor nachtrust bestemde tijd in beslag genomen. De aangekondigde verdenking staat vooralsnog in een te ver verwijderd verband met het schieten met het luchtdrukwapen en gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het paintball geweer zal bevelen.
Nu er geen strafvorderlijk belang bestaat bij het voortduren van het beslag en de rechtbank niet is gebleken dat een ander dan klager redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van het luchtdrukwapen is aan te merken, zal de rechtbank het klaagschrift gericht tegen het op grond van artikel 94 Sv gelegde beslag gegrond verklaren en de teruggave van het luchtdrukwapen aan klaagster gelasten.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart het klaagschrift gegrond;
- gelast teruggave van het luchtdrukwapen (goednummer: PL2000-2021296641-2394629) aan klaagster.
Deze beslissing is op 18 februari 2022 gegeven door mr. A. Hello, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.A.E. de Kroon, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 februari 2022.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).