Op 18 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beslissing genomen op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Klaagster, vertegenwoordigd door haar raadsman mr. M. Houweling, had bezwaar gemaakt tegen de inbeslagname van een Valken Gotcha Shotgun blue (paintball geweer) en een zak met paintball balletjes, die op 4 november 2021 in beslag waren genomen. Klaagster stelde dat het wapen een categorie IV-wapen betreft, waarvan het bezit door iemand van 18 jaar of ouder is toegestaan volgens de Wet wapens en munitie. De officier van justitie betwistte dit en stelde dat klaagster met het wapen had geschoten vanuit haar dakraam, wat leidde tot een melding van burengerucht.
De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering zich niet verzet tegen teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp. De rechtbank stelde vast dat er geen voldoende bewijs was dat klaagster een strafbaar feit had gepleegd met het wapen. De officier van justitie had weliswaar aangegeven dat klaagster zou worden gedagvaard wegens overtreding van artikel 431 van het Wetboek van Strafrecht, maar de rechtbank vond dat de verdenking onvoldoende onderbouwd was. De rechtbank concludeerde dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter later zou besluiten tot verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het paintball geweer.
Daarom verklaarde de rechtbank het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van het luchtdrukwapen aan klaagster. Deze beslissing werd genomen in aanwezigheid van griffier mr. M.A.E. de Kroon en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep in cassatie worden ingesteld door het Openbaar Ministerie of de klager.