Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Feiten
3.Beoordeling door de rechtbank
4.Conclusie en gevolgen
5.Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de inspecteur tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 909;
- veroordeelt de minister tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade van € 91;
- bepaalt dat de inspecteur de helft van het door belanghebbende betaalde griffierecht ten bedrage van € 24,50 aan hem vergoedt;
- bepaalt dat de minister de helft van het door belanghebbende betaalde griffierecht ten bedrage van € 24,50 aan hem vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 379,50;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 379,50.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;