ECLI:NL:RBZWB:2022:6371

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 november 2022
Publicatiedatum
1 november 2022
Zaaknummer
10040449 CV EXPL 22-2975
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Tilman-Knoester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een tandartsfactuur en buitengerechtelijke kosten

In deze civiele zaak heeft Infomedics B.V., als rechtsopvolger van Infomedics Factoring B.V., gedaagde aangesproken voor betaling van een tandartsfactuur van € 56,54, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De gedaagde heeft de factuur niet betaald, ondanks eerdere betalingsregelingen die niet zijn nagekomen. De gedaagde heeft als verweer aangevoerd dat zij de factuur via haar Participatiewet-uitkering betaalt, maar dit werd door de kantonrechter niet als voldoende onderbouwd beschouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft betwist dat zij de tandartsbehandeling heeft ondergaan en dat zij het factuurbedrag verschuldigd is. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet ten onrechte in rechte is betrokken, omdat zij eerdere betalingsregelingen niet is nagekomen. De vordering van Infomedics werd toegewezen, met veroordeling van de gedaagde tot betaling van € 49,34, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter heeft de gedaagde ook veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn vastgesteld op € 290,72, inclusief griffierecht en gemachtigdensalaris. Het vonnis is uitgesproken op 9 november 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Tilburg
zaak/rolnr.: 10040449 CV EXPL 22-2975
vonnis d.d. 9 november 2022
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V., als rechtsopvolger van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Infomedics Factoring B.V., t.h.o.d.n. Infomedics, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te (1314 CJ) Almere, P.J. Oudweg 41,
eiseres,
gemachtigde: YARDS Deurwaardersdiensten B.V. te Almere.
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde,
procederend in persoon.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. de dagvaarding van 21 juli 2022 met producties;
b. de conclusie van antwoord met producties;
c. de antwoordakte, tevens vermindering van eis, met producties van eiseres.

2.Het geschil

2.1
Eiseres (verder te noemen Infomedics) heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde (verder te noemen [gedaagde] ) te veroordelen tot betaling van € 98,34, vermeerderd met de wettelijke rente over € 56,54 vanaf 12 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, inclusief wettelijke rente.
2.2.
Infomedics heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] een behandeling bij de tandarts heeft ondergaan, op grond waarvan zij gehouden is de factuur van 13 november 2020 ten bedrage van € 56,54 te betalen. De tandarts heeft de vordering aan Infomedics gecedeerd. [gedaagde] heeft de factuur, ondanks sommaties daartoe, onbetaald gelaten, zodat [gedaagde] buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente verschuldigd is.
2.3
[gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord als verweer tegen de vordering aangevoerd dat zij de factuur waarvan Infomedics betaling vordert, betaalt via de maandelijkse inhouding op haar Participatiewet-uitkering. De maandelijkse inhouding, van € 49,-, is gestart per 22 augustus 2022 en loopt tot en met december 2022. [gedaagde] begrijpt niet dat zij nu afzonderlijk een dagvaarding krijgt en waarom er dan extra rente en kosten bij moeten komen. [gedaagde] wilde de procedure stoppen door het treffen van de betalingsregeling, maar de gemachtigde van Infomedics heeft te kennen gegeven dat de procedure wordt voortgezet. Vorig jaar is er ook een procedure gevoerd tegen haar over een tandartsrekening. [gedaagde] vermoedt dat die procedure op dezelfde factuur betrekking heeft als waar thans betaling van wordt gevorderd, omdat deze factuur gaat over (een behandeling in) oktober 2020.

3.De beoordeling

3.1
De kantonrechter stelt voorop dat [gedaagde] niet heeft betwist dat zij de door Infomedics gestelde tandartsbehandeling heeft ondergaan. Evenmin heeft [gedaagde] de hoogte van de gefactureerde tandartsbehandeling betwist, zodat vaststaat dat zij het factuurbedrag aan Infomedics dient te voldoen.
3.2
[gedaagde] heeft haar stelling dat zij mogelijk al eerder voor de onderhavige factuur in rechte is betrokken en – zo begrijpt de kantonrechter – Infomedics niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering danwel dat de vordering moet worden afgewezen, op geen enkele wijze onderbouwd. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om stukken in het geding te brengen waaruit kon worden opgemaakt of al eerder betaling van de onderhavige factuur is gevorderd. Nu zij dit niet heeft gedaan, gaat de kantonrechter ervan uit dat [gedaagde] niet reeds in eerder in rechte is betrokken ter zake onderhavige factuur. Uit de antwoordakte van Infomedics volgt dat [gedaagde] reeds vanaf november 2020 wordt aangeschreven in verband met onderhavige factuur, maar van een eerdere procedure waarin betaling is gevorderd van onderhavige factuur is niet gebleken.
3.3
Infomedics heeft in reactie op het door [gedaagde] gevoerde verweer (bij akte) erkend dat zij een bedrag van € 49,- heeft ontvangen en heeft haar vordering met dit bedrag verminderd. Infomedics heeft gesteld dat [gedaagde] reeds vanaf november 2020 wordt aangeschreven op betaling van onderhavige factuur en dat de gemachtigde van Infomedics meerdere malen haar medewerking heeft verleend aan de totstandkoming van een betalingsregeling, maar dat deze telkens niet werd nagekomen. Uiteindelijk heeft Infomedics op 29 augustus 2022 een eerste betaling van [gedaagde] ontvangen.
3.4
De kantonrechter overweegt dat [gedaagde] voornoemde stellingen van Infomedics – welke zij bij akte heeft onderbouwd door middel van het overleggen van de tussen haar (althans haar gemachtigde) en [gedaagde] gevoerde correspondentie aangaande de onderhavige factuur – ondanks dat [gedaagde] daartoe door de kantonrechter in de gelegenheid is gesteld – niet heeft weersproken. Op grond daarvan moet ervan worden uitgegaan dat [gedaagde] eerdere, voorafgaand aan de dagvaarding tot stand gekomen betalingsregelingen niet is nagekomen en dat eerst nadat [gedaagde] was gedagvaard opnieuw een betalingsregeling tot stand is gekomen naar aanleiding waarvan er betaling heeft plaatsgevonden in mindering op de factuur.
Dit betekent dat [gedaagde] niet ten onrechte in rechte is betrokken. Vaststaat dat laatstgenoemde betalingsregeling tot stand is gekomen onder handhaving van deze procedure. Daartoe heeft Infomedics mogen beslissen, temeer nu eerdere door [gedaagde] gedane betalingstoezeggingen niet waren nagekomen. Dit betekent dat voor zover [gedaagde] heeft aangevoerd dat de procedure ten onrechte is gevoerd, althans is voortgezet, en de kosten niet voor haar rekening komen, [gedaagde] daarin niet kan worden gevolgd.
3.5
De buitengerechtelijke incassokosten is [gedaagde] eveneens verschuldigd, nu vaststaat dat de gemachtigde van Infomedics aan [gedaagde] een aanmaning heeft gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten (zijnde € 40,-) komt bovendien overeen met het in het Besluit bepaalde tarief.
3.6
De verschenen wettelijke rente over het factuurbedrag ad € 1,80 is [gedaagde] eveneens verschuldigd, nu vaststaat dat zij het factuurbedrag te laat heeft betaald en er sprake is van verzuim.
3.7
Conform artikel 6:44 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek dient de betaling van € 49,- allereerst in mindering te worden gebracht op de kosten, vervolgens op de verschenen rente en ten slotte op de hoofdsom en de lopende rente. De Hoge Raad heeft in het arrest van 10 juli 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1868) beslist dat onder het begrip "kosten" ook buitengerechtelijke kosten moet worden begrepen. Dit betekent dat een binnengekomen betaling als eerste op verschuldigde buitengerechtelijke kosten in mindering moet worden gebracht. Met de door [gedaagde] gedane betaling zijn derhalve de buitengerechtelijke incassokosten en rente en voor een deel de hoofdsom voldaan, zodat aan hoofdsom een bedrag van € 49,34 resteert. De door [gedaagde] te betalen wettelijke rente zal over dit laatstgenoemde bedrag worden toegewezen.
3.8
[gedaagde] zal zoals hiervoor reeds overwogen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van het geding, inclusief wettelijke rente. Deze kosten worden aan de zijde van Infomedics tot op heden vastgesteld op € 290,72 , bestaande uit € 128,- aan griffierecht, € 107,22 aan dagvaardingskosten en € 55,50,- (1,5 punten x € 37,-) aan gemachtigdensalaris.

4.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Infomedics te betalen een bedrag van € 49,34 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 augustus 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Infomedics tot op heden begroot op € 290,72, daarin begrepen een bedrag van € 55,50 als salaris voor de gemachtigde van Infomedics, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de 15e dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman-Knoester, en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2022.