ECLI:NL:RBZWB:2022:6789
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering IVA-uitkering door UWV en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV, waarin haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Inkomensverzekering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA) werd geweigerd. Eiseres, die eerder een WIA-uitkering ontving, heeft sinds 2014 te maken met lichamelijke en psychische klachten die haar arbeidsvermogen beïnvloeden. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om het UWV in de gelegenheid te stellen nadere informatie te verkrijgen van de psychiater van eiseres. Na het indienen van aanvullende rapportages door het UWV, heeft de rechtbank de zaak op 19 september 2022 gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet kan worden gevolgd in haar stelling dat het UWV haar klachten bagatelliseert. De rechtbank oordeelt dat op basis van de objectiveerbare klachten is vastgesteld dat eiseres geen benutbare mogelijkheden heeft, maar dat er van haar verwacht mag worden dat zij alle behandelmogelijkheden aangrijpt om haar klachten te verminderen. De rechtbank concludeert dat het UWV voldoende onderbouwd heeft waarom eiseres op de datum in geding wel volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande op 14 november 2022, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.