AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Teruggaaf van accijns op benzine verloren door verdamping
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 november 2022, betreft het de beroepen van twee belanghebbenden tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. De inspecteur had voor beide belanghebbenden over het tijdvak van 1 april 2019 tot en met 30 juni 2019 een teruggaafbeschikking accijns van € 0 vastgesteld, wat door de rechtbank werd beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat als benzine verdampt, deze als accijnsgoed verloren is gegaan, maar dat dit niet geldt voor meetverschillen of temperatuurverschillen. Belanghebbenden konden niet aantonen hoeveel benzine door verdamping verloren was gegaan, wat hen het recht op teruggaaf ontzegde. De rechtbank verwierp ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat de situatie van belanghebbenden niet gelijk was aan die van ondernemers die onder een schorsingsregeling opereren. De rechtbank concludeert dat de beroepen ongegrond zijn en dat de teruggaafbeschikkingen in stand blijven.
Voetnoten
1.Artikel 71, eerste lid, aanhef en letter a, van de Wet op de accijns (WA).
2.Artikel 28 van het Uitvoeringsbesluit accijns (Uitvoeringsbesluit).
3.Besluit van 5 december 2019, nr. 2019/2019-25194, Stcrt. 2019, 66230, par. 5.8.
5.Artikel 28, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit.
6.Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (herschikking).
7.Artikel 124, eerste lid, onder g, van het Douanewetboek van de Unie (DWU).
9.Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG.
11.Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (herschikking).
12.Besluit van 5 december 2019, nr. 2019/2019-25194, Stcrt. 2019, 66230, par. 5.8.
13.Artikel 52a van de Uitvoeringsregeling accijns.