ECLI:NL:RBZWB:2022:7956

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 december 2022
Publicatiedatum
28 december 2022
Zaaknummer
9951408_E28122022
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van energiekosten zonder contract door Enexis Netbeheer B.V.

In deze civiele zaak vordert Enexis Netbeheer B.V. betaling van € 586,48 van de gedaagde, die energie heeft afgenomen zonder een geldig contract met een energieleverancier. De procedure begon met een dagvaarding op 14 juni 2021, waarna verschillende brieven en aanmaningen zijn uitgewisseld tussen Enexis en de gedaagde. De gedaagde heeft betwist dat hij een betalingsverplichting had, omdat hij een energiecontract had aangevraagd bij Oxxio. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Enexis van 12 november 2020 tot 13 maart 2021 energie heeft geleverd op het adres van de gedaagde, zonder dat er een contract met een energieleverancier bestond. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde wel degelijk de wil had om energie geleverd te krijgen, aangezien hij een aanvraag bij Oxxio had gedaan en dit aan Enexis had medegedeeld. De kantonrechter wijst de vordering van Enexis toe, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten, omdat niet is aangetoond dat de gedaagde de veertiendagenbrief heeft ontvangen. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, de wettelijke rente en de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 9951408 \ CV EXPL 22-2355
Vonnis van 28 december 2022
in de zaak van
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
te 's-Hertogenbosch,
eisende partij,
hierna te noemen: ‘Enexis’,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: ‘ [gedaagde] ’,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Enexis beheert het openbare gas- en elektriciteitsnet in, onder andere, Noord-Brabant. Zij is verantwoordelijk voor het transport van gas en elektriciteit over dit gas- en elektriciteitsnet. Ook is zij verantwoordelijk voor het aansluiten en afsluiten van afnemers op dit gas- en elektriciteitsnet. Enexis sluit met haar afnemers via de energieleverancier een aansluit- en transportovereenkomst. Zij stelt haar afnemers een elektriciteits- of gasmeter ter beschikking om de hoeveelheid afgenomen energie te kunnen meten.
2.2.
Per brief van 19 november 2020 heeft Enexis aan [gedaagde] gestuurd:

(…) Bij ons is geen geldig energiecontract voor gas en elektriciteit (meer) bekend op uw [adres] Wilt u gewoon gas en elektriciteit houden? Sluit dan vóór 3 december 2020 een contract af bij een energieleverancier. (…)”.
2.3.
Per brief van 24 november 2020 heeft Enexis aan [gedaagde] gestuurd:

(…) Bij ons is geen geldig energiecontract voor gas en elektriciteit (meer) bekend op uw [adres] Als u gas en elektriciteit wilt houden, moet udirecteen contract afsluiten bij een energieleverancier
.
2.4.
Per brief van 27 november 2020 heeft [gedaagde] aan Enexis gestuurd:

(…) Hierbij deel ik u mede dat ik 16 november 2020 een energiecontract bij Oxxio heb aangevraagd. (…)”.
2.5.
Per brief van Op 3 december 2020 heeft [gedaagde] aan Enexis gestuurd:

(…) Hierbij zend ik u brief van 24 november retour nu ik die pas op 3 december, heden, (…) ONTVANG. (…) U reageert niet op mijn brief van 27 november jl. waarbij ik een kopie van mijn brief aan OXXIO heb gezonden als bijlage heb gezonden, zie bijlage 1. (…)
Hierbij wijs ik erop dat er geen gronden zijn om tot afsluiting over te gaan, omdat:
U stelt dat u opdraait voor de geleverde energie. Dit is onjuist, omdat u mij gewoon de nota van de geleverde en gebruikte energie kunt sturen.
Ik heb reeds op 16 november jl. bij OXXIO een energiecontract aangevraagd, bijlage 2.
Op 30 november jl. heb ik een rappelbrief aan OXXIO gestuurd, zie bijlage 3.
Op 26 november jl. heb ik zekerheidshalve ook bij VATTENFALL een energiecontract aangevraagd, zie bijlage 4. (…)
Ik verzoek u mij per ommegaande:
te bevestigen dat er geen afsluiting plaatsvind nu ik bij 2 energieleveranciers een contract heb aangevraagd.
de nota voor de geleverde en gebruikte energie toe te sturen die ik per omgaande zal voldoen, zodat u geen schade lijdt en er geen gronden voor afsluiting zijn wegens redenen zoals hierboven genoemd. (…)
2.6.
Op 13 maart 2021 is de aansluiting van [gedaagde] bij OXXIO geregeld.
2.7.
Bij brief van 14 oktober 2021 heeft Enexis een factuur van € 505,19 aan [gedaagde] verzonden voor de afname van energie zonder contract op het [adres] voor de periode 12 november 2020 tot 13 maart 2021.
2.8.
Bij brief van 10 december 2021 heeft [gedaagde] aan Enexis gestuurd:

(...) Uit niets is gebleken op welke grondslag u meent een aanspraak te hebben en uit niets is gebleken dat u schade geleden zou hebben. Tevens breng ik u onder de aandacht dat het u niet toegestaan is als energieleverancier op te treden. Daarbij komt dat ik u niet gevraagd heb energie te leveren. Ongevraagde levering wordt niet als aanvaarding aangemerkt, waardoor er geen verplichting tot betaling ontstaat. (…)
2.9.
Op 29 december 2021 en op 6 januari 2022 heeft de gemachtigde van Enexis een aanmaning aan [gedaagde] verzonden voor de hoofdsom, de wettelijke rente en de incassokosten, voor een totaalbedrag van € 582,25.
2.10.
Per brief van 10 januari 2022 heeft Enexis aan [gedaagde] gestuurd:

(…) Op 10 december 2021 heeft u een brief gestuurd, waarin u aangeeft niet eens te zijn met de factuur inzake verbruik zonder contract voor bovenstaand leveringsadres. Graag informeer ik u over het volgende. (…) Er is sprake van verbruik zonder contract in de periode van 12 november 2020 tot 13 maart 2021. We hebben contact met uw verhuurder [naam] . Zij hebben aangegeven dat u hiervoor verantwoordelijk bent. Omdat er sprake is van verbruik zonder contract, hebben wij dit verbruik bij u in rekening gebracht. Wij als netbeheerder zijnde leveren de energie. Een energieleverancier registreert en factureert het verbruik. Aangezien er in uw geval, sprake is van verbruik zonder contract, kan uw energieleverancier Oxxio dit verbruik over deze periode niet bij u in rekening brengen, omdat zij in deze periode niet uw energieleverancier waren. Vandaar dat u een nota van ons heeft ontvangen. (…)”.
2.11.
Per brief van 10 januari 2022 heeft [gedaagde] aan Enexis gestuurd:

(…) Uit niets is gebleken dat u een aanspraak op mij heeft en die ontbeert voorts elke juridische grondslag. Ik wijs u erop dat u in rechte uitleg dient te geven op welke juridische grondslag u meent een aanspraak te hebben, bij gebreke waarvan uw bestreden aanspraak door de rechter wordt afgewezen. (…) Nu u niet op mijn brief van 10 december jl. reageert ontbeert elke wettelijke grondslag voor het inschakelen van een malafide incassobureau. (…)”.
2.12.
Per brief van 21 januari 2022 heeft de gemachtigde van Enexis aan [gedaagde] gestuurd:

(…) Via Enexis hebben uw bezwaar ontvangen op de vordering welke aan ons is overgedragen. U heeft aangegeven hierop geen reactie te hebben ontvangen en het daarom niet eens te zijn met de overdracht van de vordering aan ons. Uw gemaakte bezwaar aan Enexis hebben zij in goede orde ontvangen. Op 10 januari 2022 heeft u hierop van Enexis een reactie ontvangen. Deze heeft zich gekruist met uw herhaalverzoek van 10 januari 2022. (…)”.
2.13.
Op 14 juni 2021 is Enexis overgegaan tot dagvaarden van [gedaagde] .

3.Het geschil

3.1.
Enexis vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 586,48, waarvan € 505,19 aan hoofdsom, € 5,51 aan verschenen rente en € 75,78 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 580,97 vanaf 14 juni 2021, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Enexis legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] elektriciteit en gas heeft afgenomen zonder dat een contract met een energieleverancier bestond. Daarnaast heeft [gedaagde] gebruik gemaakt van de meetinstallatie van Enexis. De zonder contractuele grondslag genoten elektriciteit en gas komen zonder nadere correctie ten laste van Enexis. Enexis heeft dan ook alle belang om de kosten daarvan van [gedaagde] vergoed te krijgen op grond van artikel 6:212 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: ‘BW’). Van een ongevraagde levering van energie in de zin van artikel 7:7 lid 2 BW is geen sprake, omdat [gedaagde] inmiddels een nieuw contract met een energieleverancier heeft gesloten. De behoefte tot het geleverd krijgen van energie is voor [gedaagde] tussentijds dus niet gewijzigd en onverminderd gelijk gebleven. [gedaagde] is in gebreke gebleven met betaling van de factuur van 14 oktober 2021, zodat hij in verzuim is geraakt. Enexis heeft haar vordering ter incasso uit handen gegeven en heeft daarom buitengerechtelijke incassokosten gemaakt die, evenals de wettelijke rente, op grond van de wet voor rekening van [gedaagde] komen, aldus Enexis.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Enexis, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Enexis, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Enexis in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Beoordeeld dient te worden of [gedaagde] verplicht is te betalen voor de door Enexis op het [adres] geleverde energie over de periode 12 november 2020 tot 13 maart 2021.
4.2.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat Enexis in de periode 12 november 2020 tot 13 maart 2021 energie op het adres van [gedaagde] heeft geleverd. Evenmin staat tussen partijen ter discussie dat voor de levering van energie in de periode 12 november 2020 tot 13 maart 2021 geen overeenkomst tussen [gedaagde] en een energieleverancier bestond.
4.3.
Uitgangspunt is dat [gedaagde] voor de door hem ontvangen energie moet betalen als [gedaagde] de wil heeft gehad om die energie geleverd te krijgen. Als [gedaagde] niet de wil heeft gehad energie geleverd te krijgen, bestaat voor [gedaagde] geen betalingsverplichting (artikel 7:7 lid 2 BW). [gedaagde] moet daarbij zijn wil expliciet aan Enexis hebben medegedeeld. Het enkel uitblijven van een reactie van [gedaagde] is onvoldoende voor Enexis om aan te nemen dat [gedaagde] de wil had om energie geleverd te krijgen.
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] wel de wil heeft gehad om energie geleverd te krijgen. [gedaagde] heeft namelijk op 16 november 2020 – vóórdat Enexis haar eerste brief stuurde – een aanvraag gedaan bij een nieuwe energieleverancier (Oxxio) voor de levering van energie. [gedaagde] had dus op 16 november 2020 de wil om opnieuw energie geleverd te krijgen. [gedaagde] heeft deze wil vervolgens medegedeeld aan Enexis per
e-mailberichten van 27 november 2020 en 3 december 2020. Door het aanvragen van een energieleveringsovereenkomst bij Oxxio mocht Enexis ervan uitgaan dat [gedaagde] de wil had om – in ieder geval vanaf 16 november 2020 – energie geleverd te blijven krijgen totdat [gedaagde] een contract met een nieuwe energieleverancier zou hebben gesloten. De enkele aanvraag van [gedaagde] bij Oxxio is voldoende om de wil van [gedaagde] aan te nemen. Het daadwerkelijk totstandkomen van een overeenkomst is – in tegenstelling tot wat [gedaagde] stelt – niet vereist. Enexis heeft onbetwist gesteld dat zij vanaf 12 november 2020 energie heeft geleverd. De periode van 12 tot 16 november 2020 is zodanig kort dat Enexis er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [gedaagde] ook gedurende die vier dagen de wil had om energie geleverd te blijven krijgen. De behoefte tot het geleverd krijgen van energie is voor [gedaagde] in de periode 12 november 2020 tot 13 maart 2021 dus niet gewijzigd. Daarom is [gedaagde] betaling van de energiekosten verschuldigd.
4.5.
[gedaagde] heeft als verweer nog verwezen naar een uitspraak van de kantonrechter in Rotterdam van 6 november 2020 (ECLI:NL:RBROT:2020:10169). De feiten en omstandigheden in die zaak zijn echter niet vergelijkbaar en niet toepasbaar op onderhavige zaak. De kantonrechter in Rotterdam heeft op basis van de feiten en omstandigheden in die zaak geoordeeld dat niet is gebleken dat de consument uitdrukkelijk heeft medegedeeld dat hij elektriciteit wilde afnemen of dat de consument een andere handeling heeft verricht waardoor Enexis er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat hij het aanbod van levering had aanvaard. In onderhavige zaak is dat anders. Zoals hiervoor onder rechtsoverweging 4.4 is overwogen, blijkt op grond van de feiten en omstandigheden in deze zaak dat wel is gebleken van een uitdrukkelijke mededeling van [gedaagde] aan Enexis dat hij energie geleverd wilde krijgen.
4.6.
[gedaagde] heeft bij conclusie van dupliek de hoogte van de door Enexis verzonden factuur betwist. [gedaagde] betwist het door Enexis gestelde gasverbruik. [gedaagde] stelt dat hij alleenstaand is en dat hij de gehele dag afwezig is van huis in verband met werk en andere activiteiten. De kantonrechter volgt dit verweer van [gedaagde] niet. In de factuur van Enexis van 14 oktober 2021 zijn zowel de begin- als eindmeterstanden van het gas vermeld. Het verschil daartussen is het door Enexis gestelde verbruik van 515m3, welk verbruik aan de factuur van 14 oktober 2021 ten grondslag ligt. De kale betwisting van [gedaagde] dat het in rekening gebrachte verbruik wel erg hoog is, is onvoldoende om de gespecificeerde factuur van Enexis te weerleggen. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen de vermelde meterstanden gemotiveerd te betwisten, liefst onder overlegging van foto’s van de volgens [gedaagde] juiste meterstanden. De conclusie is dat de hoofdsom van € 505,19 voor toewijzing gereed ligt.
4.7.
Vanwege betalingsverzuim van [gedaagde] is de gevorderde wettelijke rente, waartegen geen zelfstandig verweer is gevoerd, eveneens toewijsbaar.
4.8.
Enexis vordert daarnaast vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 75,78. [gedaagde] betwist de verschuldigdheid hiervan. Op grond van artikel 6:96 lid 6 BW en het arrest van de Hoge Raad van 25 november 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2704) is [gedaagde] aan Enexis buitengerechtelijke kosten verschuldigd als Enexis [gedaagde] kosteloos heeft aangemaand tot betaling van de hoofdsom binnen een termijn van 14 dagen na ontvangst van de brief (hierna: ‘de veertiendagenbrief’). De aanmaning heeft pas werking als deze de schuldenaar heeft bereikt (artikel 3:37 lid 3 BW). Op Enexis rust de bewijslast dat aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW is voldaan en – als onderdeel daarvan – dat [gedaagde] de veertiendagenbrief heeft ontvangen. Enexis heeft verschillende aanmaningen overgelegd, waarvan alleen de aanmaning van 2 november 2021 voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. [gedaagde] heeft bij conclusie van antwoord de ontvangst van deze veertiendagenbrief betwist. Enexis had dus bij conclusie van repliek feiten en omstandigheden moeten stellen en zo nodig moeten bewijzen waaruit volgt dat die brief door haar is verzonden naar een adres waarvan zij redelijkerwijs mocht aannemen dat [gedaagde] daar door Enexis kon worden bereikt en dat en op welke dag de brief daar is aangekomen. Enexis heeft bij conclusie van repliek geen feiten en omstandigheden gesteld met betrekking tot ontvangst van bedoelde brief. Bewijslevering is op dit punt dus niet aan de orde. Niet is komen vast te staan dat [gedaagde] de veertiendagenbrief heeft ontvangen. De vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten wordt dan ook afgewezen.
4.9.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
505,19
- verschenen wettelijke rente
5,51
+
totaal
510,70
- betalingen
0,00
-/-
Totaal
510,70
4.10.
[gedaagde] is de partij die voor het grootste gedeelte ongelijk krijgt en daarom zal hij in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Enexis als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,22
- griffierecht
322,00
- salaris gemachtigde
248,00
(2,00 punten × € 124,00)
Totaal
677,22
4.11.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter als volgt. Uit de stukken lijkt de kantonrechter op te maken dat [gedaagde] zich met name ergert over de wijze van communiceren door (de gemachtigde van) Enexis. Het ligt op de weg van Enexis en haar gemachtigde, om helder en transparant naar haar klanten te communiceren, extra uitleg te verschaffen bij (blijvende) onduidelijkheden en eventuele boosheid bij haar klanten weg te nemen, teneinde gerechtelijke procedures zoals de onderhavige zoveel mogelijk te voorkomen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Enexis te betalen een bedrag van € 510,70, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 505,19 met ingang van 14 juni 2021 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Enexis tot dit vonnis vastgesteld op € 677,22,
5.3.
verklaart dit vonnis – tot zover – uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op 28 december 2022 in tegenwoordigheid van mr. V. Hartman als griffier.