ECLI:NL:RBZWB:2022:7967
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen intrekking instemming voor het maken van een uitweg door het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal
Op 22 december 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. drs. J.P. de Man, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van 20 december 2021, waarbij de instemming voor het maken van een uitweg werd ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief van het college van 22 juni 2020, waarin de melding van eiser werd geaccepteerd, moet worden aangemerkt als een appellabel besluit. Dit houdt in dat de intrekking van die acceptatie ook een appellabel besluit is. Eiser heeft betoogd dat hij nog een rechtens relevant belang heeft bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit, omdat hij anders een nieuwe melding moet doen die mogelijk zwaardere eisen met zich meebrengt en hogere kosten met zich kan brengen.
Tijdens de zitting op 14 november 2022 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde, terwijl de derde partij niet is verschenen. De rechtbank heeft overwogen dat de intrekking van de toestemming niet onredelijk is, omdat het college een belang heeft bij de intrekking om schade aan de weg te voorkomen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 22 december 2022 en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.