Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de kennisgevingen van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 10 augustus 2022 onder klager in beslag zijn genomen: een tas van het merk Banlieue, kleur zwart; een betonschaar van het merk Sukida, kleur rood; een slijpmachine van het merk Hikoki, kleur groen; een luidspreker van het merk Xssive Box, kleur blauw; een rugzak van het merk Basic-Fit; een schaar, kleur zwart; een telefoon van het merk Oppo en een geldbedrag ter hoogte van € 85,00;
- het klaagschrift ingevolge artikel 552a Sv, ingediend op 25 augustus 2022 ter griffie van deze rechtbank;
- het verweerschrift van de officier van justitie;
- het proces-verbaal van de openbare raadkamerbehandeling op 19 oktober 2022; en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).