Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
woonplaats kiezende ten kantore van mr. C.J.M. Jansen, Tivolistraat 18, 5017 HP Tilburg
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 14 november 2019 onder in het strafvorderlijk onderzoek tegen klager in beslag zijn genomen een zeer groot aantal goederen die in verband zouden kunnen worden gebracht met de hennepteelt.
- het klaagschrift, ingediend op 15 april 2022 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
de onder klager in beslag genomen goederen volgens de daartoe bestemde beslaglijsten;
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).