Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 10 oktober 2022 en de tijdens de mondelinge behandeling voorgedragen spreekaantekeningen van mr. Berkhof;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser [eiser] een vordering ingesteld tegen gedaagde [gedaagde] voor de terugbetaling van een lening van € 15.500,00, vermeerderd met rente en kosten. De lening was het resultaat van een overeenkomst die op 4 juli 2019 tot stand kwam, waarbij gedaagde een 'duim omhoog' gaf als akkoord op het voorstel van eiser. Gedaagde betwistte echter de geldigheid van de overeenkomst en voerde aan dat hij onder druk stond om akkoord te gaan, wat hij kwalificeerde als misbruik van omstandigheden. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd, inclusief tussenvonnissen en mondelinge behandelingen, en heeft vastgesteld dat gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling van misbruik van omstandigheden. De rechter oordeelde dat gedaagde gehouden kan worden aan de overeenkomst en dat de vordering van eiser toewijsbaar is. De kantonrechter heeft de vordering van eiser tot betaling van € 18.053,04, inclusief rente, toegewezen en gedaagde in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak is gedaan op 1 februari 2023.