ECLI:NL:RBZWB:2023:1390
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van belastingaanslagen en immateriële schadevergoeding in het kader van invaliditeitspensioen
Op 6 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, die arbeidsongeschikt is, beroep heeft ingesteld tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2010 tot en met 2017. De inspecteur van de belastingdienst had eerder de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard en de aanslagen gehandhaafd. Belanghebbende ontving een invaliditeitspensioen van zijn werkgever, een internationale organisatie, en betwistte de belastingheffing over dit pensioen. De rechtbank oordeelde dat het invaliditeitspensioen terecht als belastbaar inkomen in box 1 is aangemerkt, en dat er geen schending van het motiveringsbeginsel was. Tevens werd geoordeeld dat belanghebbende recht had op een vergoeding van immateriële schade van € 8.000 vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond, maar kende wel een schadevergoeding toe aan belanghebbende, die door de inspecteur en de Minister gezamenlijk moest worden vergoed.