Op 9 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eisers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena. Eisers hebben beroep ingesteld tegen een besluit van het college van 14 juni 2021, waarbij een omgevingsvergunning is verleend aan een derde partij voor de uitbreiding van hun woning. De eisers, die aan het perceel van de vergunninghouders wonen, betogen dat de vergunning in strijd is met het geldende bestemmingsplan en dat het nieuwe hekwerk niet voldoet aan het Bouwbesluit. Tijdens de zitting op 26 januari 2023 zijn eisers niet verschenen, terwijl de derde partij en hun gemachtigde wel aanwezig waren.
De rechtbank heeft de argumenten van eisers beoordeeld. Ten eerste stelden eisers dat de omgevingsvergunning in strijd is met het bestemmingsplan, omdat het nieuwe hekwerk niet aan de eisen van het Bouwbesluit voldoet. De rechtbank concludeert echter dat de stelling van eisers berust op een onjuiste lezing van de planregels. De rechtbank volgt het college in de uitleg dat de planregel moet worden gelezen als dat bijgebouwen zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de vrees van eisers dat de mechanische ventilatieafvoer van hun sauna wordt belemmerd door de uitbreiding ongegrond is, omdat de derde partij heeft aangegeven dat de ventilatieafvoer op een geschikte locatie is verplaatst. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eisers ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.