ECLI:NL:RBZWB:2023:1679

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
407220_E14032023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • M. Holierhoek
  • A. Peters
  • J. Leppens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard in civiele procedure

Op 14 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een wrakingsverzoek van verzoekster afgewezen. Het verzoek was gericht tegen mr. Van Dijke, die als kantonrechter optrad in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap 'ABAB Groep B.V.' en verzoekster. In de hoofdzaak vorderde ABAB Groep B.V. een bedrag van € 3.087,79 van verzoekster en een vennootschap onder firma waarvan zij vennoot is. Tijdens een zitting op 20 februari 2023 heeft verzoekster zich verbaal agressief opgesteld en de rechter niet geaccepteerd als bevoegde kantonrechter. Dit leidde tot haar verwijdering uit de zittingszaal door beveiligers.

Op 7 maart 2023 ontving de rechtbank een brief van verzoekster, waarin zij het woord 'wraking' meerdere keren gebruikte. De wrakingskamer heeft deze brief echter als onnavolgbaar en onsamenhangend beoordeeld, waardoor er geen duidelijke wrakingsgronden konden worden afgeleid. Volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad is wraking zonder vermelding van gronden niet mogelijk. Daarom werd het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, en was een zitting niet nodig.

De rechtbank heeft bepaald dat de behandeling van de hoofdzaak met zaaknummer 9880929 CV EXPL 22-1478 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing door het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer
Locatie: Middelburg
Procedurenummer: C/02/407220 HA RK 23-38
beslissing van 14 maart 2023 op het wrakingsverzoek zoals bedoeld in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van:
[verzoekster], verzoekster.

1.Procesverloop

Het verloop van deze procedure blijkt onder meer uit:
 de processtukken zoals opgenomen in het procesdossier van de hoofdzaak met zaaknummer 9880929 CV EXPL 22-1478,
 de op 7 maart 2023 ontvangen brief van verzoekster.

2.Het verzoek

Het verzoek strekt kennelijk tot wraking van mr. Van Dijke (hierna: de rechter), optredend als kantonrechter in de bovengenoemde hoofdzaak.

3.Feiten

3.1
In de hoofdzaak gaat het om de vordering van de besloten vennootschap ‘ABAB Groep B.V.’ (gemachtigde: Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders) tot het hoofdelijk veroordelen van verzoekster en de vennootschap onder firma ‘ [bedrijf] ’, waarvan verzoekster vennoot is, tot het betalen van een bedrag van € 3.087,79.
3.2
Op 31 augustus 2022 is er in de hoofdzaak een tussenvonnis gewezen. Vervolgens hebben gedaagden in de hoofdzaak op 8 februari 2023 stukken ingediend. De rechter heeft de vordering op 20 februari 2023 op zitting behandeld te Bergen op Zoom. Volgens het proces-verbaal van deze zitting heeft verzoekster, vergezeld van de heer [naam 1] , op verbaal agressieve wijze kenbaar gemaakt dat zij de rechter niet accepteert als bevoegde kantonrechter, ook niet nadat de rechter zijn Rijkspas toonde. Dit nam zodanige vormen aan dat de kantonrechter heeft verzocht verzoekster en de heer [naam 1] onder begeleiding en zachte dwang van de beveiligers uit de zittingszaal te laten verwijderen.
3.3
Op 7 maart 2023 is via de gewone post een brief van verzoekster ontvangen, betiteld als “Journaal & Log-boek”.

4.De ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek

4.1
Op grond van artikel 1, vierde lid, van het Wrakingsprotocol rechtbank Zeeland-West-Brabant per 1 april 2021 vermeldt het wrakingsverzoek de feiten of omstandigheden waardoor volgens verzoeker de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
4.2
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad der Nederlanden is wraking zonder vermelding van wrakingsgronden niet mogelijk (zie bijvoorbeeld het arrest van 8 augustus 2003, ECLI:NL:HR:2003:AI0806).
4.3
Gelet op de gang van zaken tijdens de voornoemde zitting van 20 februari 2023, en op de omstandigheid dat in de brief van verzoekster van 7 maart 2023 een aantal keren het woord ‘wraking’ voorkomt, merkt de wrakingskamer deze brief aan als een wrakingsverzoek. De inhoud van deze brief is echter zodanig onnavolgbaar en onsamenhangend dat daaruit, ook na welwillende lezing, geen wrakingsgronden kunnen worden afgeleid.
4.4
Het wrakingsverzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk, zodat een zitting niet nodig is.

5.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart het verzoek tot wraking van de rechter niet-ontvankelijk;
 bepaalt dat de behandeling van de hoofdzaak met zaaknummer 9880929 CV EXPL 22-1478 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing wegens de indiening van dit verzoek.
Deze beslissing is genomen op 14 maart 2023 door mr. Holierhoek, rechter en voorzitter, en mr. Peters en mr. Leppens, rechters, in aanwezigheid van mr. Hamans, griffier. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.