6.3Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in relatief korte tijd (vijf maanden) schuldig gemaakt aan een hele serie misdrijven: meerdere bedreigingen, vernieling, belediging van agenten, winkeldiefstal en tot slot een diefstal met bedreiging met geweld. Met name de bedreigingen (met woorden én met een mes) kunnen voor de slachtoffers erg beangstigend zijn en zorgen voor een algeheel gevoel van onveiligheid in de samenleving. Dat komt ook naar voren in de toelichting op de vordering tot schadevergoeding van een van de slachtoffers, die schrijft dat hij regelmatig ’s nachts wakker lag uit angst en zorg door de bedreiging. Uit het dossier komt ook naar voren dat verdachte voor veel overlast heeft gezorgd, zowel in de flat waar hij woonde als op straat.
Strafblad
Verdachte heeft een strafblad van 9 pagina’s, met diverse feiten, waarbij opvalt dat er ‘gaten’ in zitten. De eerste veroordelingen dateren uit 1998 tot en met 2002, vervolgens in 2007 en 2008 en daarna vanaf 2021 weer meerdere veroordelingen, waaronder vermogensdelicten en bedreigingen. Er is dan ook sprake van recidive. Ook is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) van toepassing.
Adviezen van gedragsdeskundigen
Nadat verdachte in eerste instantie weigerde mee te werken aan en persoonlijkheidsonderzoek is alsnog – met zijn medewerking – een zogeheten dubbel-po uitgevoerd door [psychiater] en [psycholoog] , waarvan zij in oktober 2022 rapport hebben uitgebracht. Hoewel hun diagnoses enigszins afwijken, concluderen zij beiden dat bij verdachte sprake is van een gedragsstoornis. Volgens de psychiater lijdt verdachte aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis of andere psychotische stoornis en ernstige stoornissen in het gebruik van cocaïne, opioïden, cannabis en alcohol. De psycholoog komt tot een persoonlijkheidsstoornis met antisociale, paranoïde en vermijdende trekken en ernstige stoornissen in het gebruik van cocaïne, heroïne en alcohol. De stoornissen in middelengebruik bestaan al 30 jaar. Er is sprake van een ernstige ziekte die zijn persoonlijkheidsontwikkeling en alle leefgebieden heeft beïnvloed. Verdachte laat zich leiden door zijn behoefte aan middelen en de drang zijn behoeftes onmiddellijk te bevredigen. Hij lijkt de afgelopen jaren steeds verder te zijn afgegleden. Hij liet zich steeds minder remmen, zijn geweten werkte steeds minder en hij handelde steeds meer vanuit opportunisme en egocentrisme. Hij dreigde door het veroorzaken van overlast ook zijn woning te verliezen. De tenlastegelegde feiten passen in dit patroon. Beide deskundigen adviseren om verdachte in verband met zijn stoornissen de gepleegde feiten in verminderde mate toe te rekenen.
De gedragsdeskundigen schatten het recidiverisico hoog in en ook over hoe recidive zou moeten worden voorkomen zijn zij het eens. Verdachte heeft een langdurige, intensieve behandeling nodig voor zijn stoornissen. Deze behandeling zou klinisch moeten beginnen, binnen een instelling met expertise op het gebied van persoonlijkheidsstoornissen en verslaving, zoals een FPA-V of een Forensische Verslavingskliniek (FVK) waarna verdachte nog langdurig begeleid en behandeld wordt in een passende woonvorm.
Beide gedragsdeskundigen adviseren om verdachte een tbs-maatregel met voorwaarden op te leggen. Omdat verdachte geen ziekte-inzicht en geen lijdensdruk heeft en niet gemotiveerd is voor een behandeling zal die niet binnen een vrijwillig kader kunnen plaatsvinden. Zij hebben nog specifiek gekeken naar de mogelijkheid van een zorgmachtiging of bijzondere voorwaarden, maar vanwege het recidiverisico vinden zij dit niet passend.
Ter zitting heeft de psychiater benadrukt dat een langdurige opname in een kliniek nodig is. Hij vindt behandeling door het Fact-team geen goed idee; dat is te los en die hebben verdachte destijds ook ontslagen, waarna hij weer is begonnen met strafbare feiten plegen. Ook een voorwaardelijke straf is geen optie.
Reclasseringsadvies
De reclassering stond aanvankelijk negatief tegenover het opleggen van tbs met voorwaarden, omdat er in hun ogen onvoldoende kans van slagen was wegens - kort gezegd - het ontbreken van intrinsieke motivatie voor behandeling.
In opdracht van de rechtbank is toch een maatregelenrapport opgesteld. In dit rapport van 3 maart 2023 adviseert de reclassering alsnog positief over tbs met de volgende voorwaarden:
- Geen strafbaar feit plegen
- Meewerken aan reclasseringstoezicht
- Meewerken aan time-out
- Niet naar het buitenland
- Meldplicht bij de reclassering
- Opname in een zorginstelling
- Ambulante behandeling
- Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
- Drugsverbod
- Alcoholverbod
- Meewerken aan middelencontrole
De reclassering adviseert ook dadelijke uitvoerbaarheid van de tbs met voorwaarden.
Verder adviseert de reclassering ook een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (artikel 38z Sr) op te leggen. Zij achten deze maatregel noodzakelijk om betrokkene eventueel nog te kunnen blijven ondersteunen na de tbs met voorwaarden in de vorm van een langdurig reclasseringstoezicht.
Toerekeningsvatbaarheid
De rechtbank neemt de conclusies van de gedragsdeskundigen over en acht verdachte verminderd toerekeningsvatbaar gezien zijn gedragsstoornissen.
Tbs met voorwaarden
Uit het dossier komt het beeld naar voren van een man die ondanks zijn stoornissen jarenlang zonder grote problemen heeft gefunctioneerd in een gereguleerde setting in de geestelijke gezondheidszorg, op het terrein van Vrederust. Maar toen de zorg werd afgebouwd en verdachte uiteindelijk zelfs helemaal werd losgelaten is het in vrij korte tijd helemaal misgegaan en is hij afgegleden.
Voor de rechtbank staat vast dat het in het belang is van de maatschappij, maar misschien nog meer in het belang van verdachte zelf, dat hij passende hulpverlening krijgt. Uit de deskundigenrapporten blijkt duidelijk dat verdachte langdurige en intensieve behandeling nodig heeft in een kliniek. Zij adviseren een tbs-maatregel met voorwaarden op te leggen. De rechtbank is zich ervan bewust dat tbs een zwaar middel is dat doorgaans in beeld komt als er sprake is van zeer ernstige misdrijven zoals bijvoorbeeld moord of doodslag. Daarvan is hier gelukkig geen sprake, maar toch is de rechtbank van oordeel dat tbs met voorwaarden in dit geval een passende maatregel is, simpelweg omdat er geen reëel alternatief is. Zoals gezegd heeft verdachte langdurige en intensieve behandeling nodig. Het probleem is dat hij, door zijn stoornissen, onvoldoende probleembesef en ziekte-inzicht heeft. Hierdoor vindt hij behandeling niet nodig en heeft hij ook niet meegewerkt aan eerder opgelegd reclasseringstoezicht.
Verdachte heeft verklaard dat hij nu wel wil meewerken aan behandeling, maar de vraag is of dit blijvend is. De rechtbank is er, evenals de deskundigen, van overtuigd dat een zeer stevige stok achter de deur nodig is om de broodnodige behandeling van de grond te krijgen. Een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden is daarvoor onvoldoende. Zonder het dwingende tbs-kader is de kans levensgroot dat verdachte, als gevolg van zijn stoornissen, de behandeling afbreekt en opnieuw zal afglijden. Tbs met dwangverpleging is, gezien de ernst van de feiten, vooralsnog een stap te ver; maar tbs met voorwaarden acht de rechtbank wel passend.
Concluderend is de rechtbank, gelet op de inhoud van de rapporten, de ernst van de feiten en het strafblad van verdachte, van oordeel dat een tbs-maatregel met voorwaarden noodzakelijk is. Er wordt voldaan aan de eisen die de wet daaraan stelt, te weten:
- bij verdachte bestond ten tijde van het plegen van de feiten een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens;
- op meerdere gepleegde misdrijven is een gevangenisstraf van vier jaren of meer gesteld;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist die maatregel.
De rechtbank zal de door de reclassering geadviseerde voorwaarden overnemen. Verdachte heeft zich ter zitting ook bereid verklaard tot naleving van die voorwaarden.
Daarbij merkt de rechtbank nog op dat naar haar oordeel niet is voldaan aan het criterium op grond van artikel 38e, lid 1 Sr (een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen), zodat – mocht het ooit tot een omzetting in tbs met dwangverpleging komen – die verpleging maximaal 4 jaar kan duren.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Vanwege het hoge recidiverisico en de noodzaak van behandeling in een kliniek, zal de rechtbank, op grond van artikel 38 lid 6 Sr, bevelen dat de tbs met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Gevangenisstraf
Aangezien verdachte slechts verminderd toerekeningsvatbaar is, vindt de rechtbank naast de tbs met voorwaarden ook een gevangenisstraf passend. Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, noodzakelijk is. Daarbij heeft de rechtbank rekening gehouden met de mate waarin de feiten aan verdachte kunnen worden toegerekend enerzijds en de impact die de feiten op de samenleving hebben gehad anderzijds.
Maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking
Daarnaast zal de rechtbank, conform het advies van de reclassering, ook een zogeheten maatregel voor langdurig toezicht opleggen, als bedoeld in artikel 38z, lid 1 sub a, Sr. Aan de wettelijke vereisten voor de oplegging van die maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking is voldaan.
Naar het oordeel van de rechtbank is de oplegging van de maatregel in het belang van de bescherming van de algemene veiligheid van personen of goederen. Deze maatregel is bedoeld om, ook na het beëindigen van de tbs met voorwaarden, reclasseringstoezicht en begeleiding mogelijk te maken. In dit verband wijst de rechtbank erop dat verdachte al 30 jaar verslaafd is en hij naar verwachting ook na de behandeling langdurige begeleiding nodig zal hebben om een plek in de maatschappij te vinden en te behouden. De rechtbank wil met name voorkomen dat verdachte op een bepaald moment door de hulpverlening weer helemaal wordt ‘losgelaten’, zoals eerder is gebeurd, wat opnieuw tot zijn afglijden zou kunnen leiden.
Voorlopige hechtenis
Omdat verdachte inmiddels al langer in voorlopige hechtenis zit dan de gevangenisstraf die nu wordt opgelegd, zou dit betekenen dat hij onmiddellijk vrij komt. De rechtbank acht dit niet verantwoord, gelet op het hoge recidivegevaar en het feit dat verdachte geen woning meer heeft. Het is van belang dat verdachte vanuit detentie direct door kan stromen naar een kliniek. Omdat ter zitting is gebleken dat het nog een paar maanden kan duren voor verdachte voor behandeling kan worden opgenomen in een kliniek, zal er door de reclassering zo snel mogelijk een tijdelijke overbruggingsplek moeten worden geregeld. De voorlopige hechtenis zal worden opgeheven met ingang van de datum dat verdachte daar terecht kan.