In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Blago Import en Export B.V. en een consument, hier aangeduid als gedaagde in conventie. De eiseres, Blago, had een bouwpakket voor een houten recreatiewoning verkocht aan de gedaagde voor een bedrag van € 40.000,18. Na betaling van een deel van het bedrag, heeft de gedaagde de betaling van het resterende bedrag van € 5.050,18 opgeschort, omdat niet alle onderdelen van het bouwpakket waren geleverd. De gedaagde vorderde in reconventie de levering van de ontbrekende M22-stangen, die essentieel zijn voor de constructie van de blokhut.
De rechtbank oordeelde dat de gedaagde terecht een beroep deed op opschorting van de betaling, omdat Blago tekort was geschoten in haar leveringsverplichtingen. De kantonrechter stelde vast dat de M22-stangen wezenlijke onderdelen zijn voor de bouw van de blokhut en dat de gedaagde er op mocht vertrouwen dat deze ook geleverd zouden worden. Blago had de gedaagde niet geïnformeerd over het ontbreken van deze stangen, wat een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst opleverde.
De vorderingen van Blago in conventie werden afgewezen, terwijl de vorderingen van de gedaagde in reconventie werden toegewezen. Blago werd veroordeeld om binnen 14 dagen de M22-stangen te leveren, met een dwangsom van € 250,- per dag voor elke dag dat zij in gebreke bleef, tot een maximum van € 25.000,-. Daarnaast werd Blago veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.