ECLI:NL:RBZWB:2023:1896

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
9847045 / CV EXPL 22-1316 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. van den Boom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nakoming en non-conformiteit bij consumentenkoop van een bouwpakket voor een houten recreatiewoning

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Blago Import en Export B.V. en een consument, hier aangeduid als gedaagde in conventie. De eiseres, Blago, had een bouwpakket voor een houten recreatiewoning verkocht aan de gedaagde voor een bedrag van € 40.000,18. Na betaling van een deel van het bedrag, heeft de gedaagde de betaling van het resterende bedrag van € 5.050,18 opgeschort, omdat niet alle onderdelen van het bouwpakket waren geleverd. De gedaagde vorderde in reconventie de levering van de ontbrekende M22-stangen, die essentieel zijn voor de constructie van de blokhut.

De rechtbank oordeelde dat de gedaagde terecht een beroep deed op opschorting van de betaling, omdat Blago tekort was geschoten in haar leveringsverplichtingen. De kantonrechter stelde vast dat de M22-stangen wezenlijke onderdelen zijn voor de bouw van de blokhut en dat de gedaagde er op mocht vertrouwen dat deze ook geleverd zouden worden. Blago had de gedaagde niet geïnformeerd over het ontbreken van deze stangen, wat een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst opleverde.

De vorderingen van Blago in conventie werden afgewezen, terwijl de vorderingen van de gedaagde in reconventie werden toegewezen. Blago werd veroordeeld om binnen 14 dagen de M22-stangen te leveren, met een dwangsom van € 250,- per dag voor elke dag dat zij in gebreke bleef, tot een maximum van € 25.000,-. Daarnaast werd Blago veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: 9847045 / CV EXPL 22-1316
Vonnis van 22 februari 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HANDELSONDERNEMING BLAGO IMPORT EN EXPORT B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
verder te noemen: Blago,
gemachtigde: mr. G.E. Hamer,
tegen
[gedaagde in conventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
verder te noemen: [gedaagde in conventie]
advocaat: mr. O. Lenselink te Breda.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 22 juni 2022 en alle daarin genoemde processtukken;
  • de conclusie van antwoord in reconventie;
  • de aantekeningen van de griffier van de op 12 december 2022 gehouden mondelinge behandeling van de zaak.
Daarna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Blago is een onderneming die zich bezighoudt met houthandel en de in- en verkoop van houten tuinhuizen, chalets en (mantelzorg)woningen.
2.2.
Naar aanleiding van een verkoopadvertentie van Blago op Facebook is tussen Blago en [gedaagde in conventie] in februari 2021 een mondelinge koopovereenkomst tot stand gekomen ten aanzien van een bouwpakket voor een houten recreatiewoning (hierna: de blokhut) voor een bedrag van € 40.000,18 inclusief btw. Deze koopovereenkomst is op 26 maart 2021 schriftelijk bevestigd.
2.3.
Na voldoening van een (deel)bedrag van € 17.000,- aan Blago heeft [gedaagde in conventie] een deel van het bouwpakket opgehaald. Daarna heeft [gedaagde in conventie] in overleg met Blago een aantal deeltermijnen voldaan, waarna de overige delen van de blokhut op het adres van [gedaagde in conventie] zijn afgeleverd. Bij de aflevering is aan [gedaagde in conventie] een afleverlijst verstrekt.
2.4.
Tussen 7 maart 2021 en 21 mei 2021 is door [gedaagde in conventie] in totaal € 34.950,- aan Blago betaald. Het resterende bedrag van € 5.050,18 is onbetaald gebleven.

3.Het geschil in conventie

3.1.
Blago vordert voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- [gedaagde in conventie] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Blago te betalen de verschuldigde som van € 5.679,62, vermeerderd met de wettelijke rente over € 5.050,18 vanaf 17 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
- [gedaagde in conventie] te veroordelen in de kosten van deze procedure waaronder te begrijpen een bedrag aan salaris en noodzakelijke verschotten, zoals vermeld in de kostenstaat van de dagvaarding.
3.2.
Blago legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. [gedaagde in conventie] heeft een houten blokhut gekocht voor een bedrag van € 40.000,18. Hij heeft het resterende bedrag van € 5.050,18 niet aan Blago betaald, terwijl het bouwpakket voor de blokhut al is afgeleverd. [gedaagde in conventie] is daarom zijn betalingsverplichting niet nagekomen.
3.3.
[gedaagde in conventie] voert verweer. Hij doet een beroep op opschorting. Hij stelt daartoe gerechtigd te zijn, omdat Blago niet aan haar leveringsverplichting heeft voldaan. De stalen onderdelen waarmee de blokhut los van de betonnen fundering komt te staan, de zogenoemde M22-stangen, zijn immers niet geleverd. Om deze reden heeft [gedaagde in conventie] het resterende bedrag van € 5.050,18 nog niet betaald.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[gedaagde in conventie] vordert uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
- Blago te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis tot afgifte aan [gedaagde in conventie] van alle M22-stangen die benodigd zijn voor het bouwen van de blokhut, zodanig dat de houten constructie niet rechtstreeks in verbinding staat met de fundering, zulks op verbeurte van een aan [gedaagde in conventie] te betalen dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat Blago daarmee in gebreke blijft, zulks met een maximaal te verbeuren dwangsom van € 25.000,-.
- Blago te veroordelen in de kosten van het geding, met inbegrip van de kosten van gemachtigde, te vermeerderen met de nakosten.
Subsidiair
- een vermindering van de overeengekomen koopprijs van € 5.050,-, zodat de koopprijs wordt vastgesteld op € 34.950,- inclusief btw.
4.2.
Aan deze vorderingen legt [gedaagde in conventie] het volgende ten grondslag. De
M22-stangen zijn wezenlijke onderdelen voor het bouwen van de blokhut; zonder deze stangen kan de blokhut niet worden gebouwd. Bovendien is nooit door Blago meegedeeld hoeveel van de M22-stangen benodigd zijn en van welk formaat. De M22-stangen maken deel uit van de overeenkomst en [gedaagde in conventie] mocht ervan uitgaan dat deze ook geleverd zouden worden. Nu dit – ondanks meerdere verzoeken – niet is gebeurd, heeft Blago recht op afgifte van de ontbrekende onderdelen.
4.3.
Blago betwist dat de M22-stangen onderdeel zijn van de koopovereenkomst. De onderdelen staan niet genoemd op de koopovereenkomst en evenmin worden ze genoemd op de leverlijst. Bovendien verkoopt Blago uitsluitend hout. [gedaagde in conventie] had hieruit moeten begrijpen dat hij voor het bouwen van zijn blokhut zelf moet zorgen voor de benodigde M22-stangen. Blago is daarom niet verplicht om de M22-stangen aan [gedaagde in conventie] af te leveren.

5.De beoordeling van de zaak in conventie en in reconventie

5.1.
Gelet op de samenhang zullen de vorderingen in conventie en in reconventie gezamenlijk behandeld worden.
Non-conformiteit
5.2.
Vooropgesteld wordt dat sprake is van een consumentenkoop zoals bedoeld in artikel 7:5 lid 1 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). [gedaagde in conventie] sloot de koopovereenkomst immers niet in uitoefening van zijn bedrijf. De bijzondere bepalingen over de consumentenkoop op de overeenkomst tussen partijen zijn daarom van toepassing. Op grond van artikel 7:17 lid 1 van het BW moet de afgeleverde (gekochte) zaak – hier de blokhut – aan de overeenkomst voldoen. Uit artikel 7:17 lid 2 BW volgt dat een zaak niet aan de overeenkomst voldoet als zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
5.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst voldoet. Bij de aanschaf van de blokhut met een koopprijs van € 40.000,18 mocht [gedaagde in conventie] , gelet op de verhouding tussen [gedaagde in conventie] als consument en Blago als professionele verkoper, verwachten dat deze alle wezenlijke onderdelen bezit om de blokhut te kunnen bouwen. Dit geldt temeer nu [gedaagde in conventie] ter zitting onweersproken heeft verklaard dat hij nooit eerder een (soortgelijke) blokhut heeft gekocht en/of gebouwd. Blago had [gedaagde in conventie] er dan ook op moeten wijzen welke onderdelen niet tot het bouwpakket behoorden. In dit kader merkt de kantonrechter op dat door Blago niet is weersproken dat hij tijdens de koop uitdrukkelijk aan [gedaagde in conventie] heeft meegedeeld dat de dakbedekking en de kozijnen met toebehoren niet tot het bouwpakket behoorden. Het lag dan ook op haar weg om hem op dat moment mee te delen dat ook de M22-stangen niet door [gedaagde in conventie] zouden worden geleverd. Dit geldt ook voor het informeren over de hoeveelheid stangen die benodigd zijn voor het bouwen van de blokhut en het formaat ervan.
Gelet op het voorgaande behoefde [gedaagde in conventie] niet aan de aanwezigheid van deze M22-stangen te twijfelen. Dat deze niet op de afleverlijst staan vermeld, maakt dat niet anders. De afleverlijst is immers pas na de totstandkoming van de koopovereenkomst aan [gedaagde in conventie] toegezonden.
5.4.
Ter zitting heeft [gedaagde in conventie] aangevoerd dat, naast de M22-stangen, ook de vlonder, de trap en de balustrade niet zijn geleverd. Ook heeft hij, ondanks de toezegging, geen omschrijving en bouwinstructies in het Nederlands van Blago gekregen. Voor zover [gedaagde in conventie] daarmee heeft beoogd zijn vordering in reconventie te vermeerderen, geldt dat dit, gelet op de fase waarin de procedure zich bevindt, in strijd is met de goede procesorde. Deze (eventuele) wijziging van eis zal daarom buiten beschouwing worden gelaten.
Opschorting
5.5.
De kantonrechter ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of [gedaagde in conventie] tot opschorting over mocht gaan. Op grond van artikel 6:52 lid 1 BW is een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser, bevoegd de nakoming van zijn verbintenis op te schorten tot voldoening van zijn vordering plaatsvindt, indien tussen vordering en verbintenis voldoende samenhang bestaat om deze opschorting te rechtvaardigen. Een zodanige samenhang kan onder meer worden aangenomen ingeval de verbintenissen over en weer voortvloeien uit dezelfde rechtsverhouding.
5.6.
Het beroep op opschorting slaagt. Tussen partijen is niet in geschil dat aan de eis van voldoende samenhang is voldaan. Ter zitting heeft Blago voor het eerst aangevoerd dat het bedrag van de opschorting de tekortkoming niet rechtvaardigt. Het aanschaffen van de M22-stangen die nodig zijn voor dit bouwpakket kost volgens haar slechts een paar honderd euro. Blago heeft dit bedrag echter niet nader onderbouwd. Daar komt bij dat [gedaagde in conventie] van de koopprijs van € 40.000,18 al een bedrag van € 35.950,- heeft voldaan. Blago heeft hiermee onvoldoende gemotiveerd betwist dat het bedrag van de opschorting, in het licht van de tekortkoming, niet proportioneel is. [gedaagde in conventie] mocht daarom overgaan tot opschorting. De vorderingen van Blago in conventie zullen dan ook worden afgewezen. Dit betekent dat [gedaagde in conventie] het bedrag van € 5.050,18 niet hoeft te betalen tot Blago de M22-stangen die nodig zijn voor het bouwen van de blokhut heeft geleverd. Daarbij merkt de kantonrechter voor de volledigheid op dat het opgeschorte bedrag alsnog door [gedaagde in conventie] betaald moet worden zodra de M22-stangen zijn geleverd.
5.7.
Omdat Blago de M22-stangen niet heeft geleverd terwijl zij daartoe verplicht is (zie 5.3.), is zij tekortgekomen in de nakoming van de overeenkomst. De primaire vorderingen van [eiser in reconventie] in reconventie zullen daarom worden toegewezen. Daarbij acht de kantonrechter een dwangsom van € 250,- per dag voor iedere dag dat Blago in gebreke blijft, met een maximum van € 25.000,-, redelijk. Dit geldt ook voor de termijn van 14 dagen om de M22-stangen aan [eiser in reconventie] af te leveren. Blago heeft immers niet aangevoerd dat dit onmogelijk zou zijn.
Nu de primaire vorderingen zijn toegewezen, behoeven de subsidiaire vorderingen geen bespreking.
Proceskosten
5.8.
Blago zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde in conventie] in conventie worden begroot op € 660,-, zijnde twee procespunten ad € 330,-. De kosten aan de zijde van [eiser in reconventie] in reconventie worden begroot op € 330,-, zijnde één procespunt ad € 330,-.
Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat ook een veroordeling tot betaling van de nakosten (zie Hoge Raad van 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853). De kantonrechter zal de nakosten daarom niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.
6. De beslissing
De kantonrechter
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen van Blago af.
6.2.
veroordeelt Blago in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie] tot op heden begroot op € 660,-.
in reconventie
6.3.
veroordeelt Blago om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis tot afgifte aan [eiser in reconventie] van alle M22-stangen die benodigd zijn voor het bouwen van de blokhut, zodanig dat de houten constructie niet rechtstreeks in verbinding staat met de fundering.
6.4.
bepaalt dat Blago een aan [eiser in reconventie] te betalen dwangsom verbeurt van € 250,- voor iedere dag dat Blago daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 25.000,-.
6.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
6.6.
veroordeelt Blago in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in reconventie] tot op heden begroot op € 330,-.
In conventie en reconventie
6.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Boom, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2023.