ECLI:NL:RBZWB:2023:1901
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de omgevingsvergunning voor het realiseren van appartementen in een voormalig kantoorpand
Op 22 maart 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. H.A. Pasveer, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk, vertegenwoordigd door mr. H. van de Werken. Eiser heeft beroep aangetekend tegen het besluit van het college om een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van acht appartementen in een voormalig kantoorpand aan de [adres 1] 172 in [plaatsnaam]. Het college heeft op 13 april 2022 het bezwaar van eiser afgewezen en het besluit in stand gelaten. De rechtbank heeft de zaak op 15 februari 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld, waaronder de stelling dat het college niet had mogen afwijken van het bestemmingsplan. Eiser betoogde dat het voormalig kantoorpand geen hoofdgebouw is en dat de privacy van eiser onvoldoende is gewaarborgd door de nieuwe appartementen. De rechtbank oordeelde dat het college terecht de omgevingsvergunning heeft verleend, omdat de afwijkingen van het bestemmingsplan onder de kruimelgevallenregeling vallen. De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eiser niet slagen, waardoor het beroep ongegrond is verklaard. Dit betekent dat de omgevingsvergunning in stand blijft en eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.