Uitspraak
1.De procedure
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 11 juli 2022, met de aangehechte spreekaantekeningen van beide gemachtigden
- de berichten van de gemachtigden van partijen van 22 november 2022 en 2 december 2022 waaruit blijkt dat tussen partijen geen minnelijke oplossing is bereikt.
2.De feiten
- [eiser] huurt met ingang van 26 februari 2013 van CBRE de woning aan de [adres 1] (hierna: [huisnummer 1] ) in Breda. Daarvóór werd deze woning vanaf 1 oktober 1992 gehuurd door de voormalige partner van [eiser] ;
- de woning aan [adres 2] in Breda is ook eigendom van CBRE en ook deze woning wordt verhuurd. [adres 2] (hierna: [huisnummer 2] ) wordt in ieder geval bewoond door mevrouw [bewoonster] (hierna: [bewoonster] );
- namens CBRE treedt MVGM op als beheerder;
- op 1 november 2016 heeft [eiser] aangifte gedaan van een eenvoudige mishandeling door de mannelijke bewoner van [huisnummer 2] , gepleegd medio april 2016 en op 13 oktober 2016;
- op 1 december 2016 heeft de officier van justitie de zaak tegen de mannelijke bewoner van [huisnummer 2] geseponeerd vanwege het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs;
- [eiser] stuurt sinds 4 november 2019 voornamelijk per e-mail uitgebreide berichten aan MVGM met onder meer de vraag wanneer MVGM (of CBRE) iets gaat doen aan het getreiter, gepest, de overlast, belaging, bedreiging, intimidatie en sabotage door de bewoner(s) van [huisnummer 2] ;
- MVGM heeft vanaf 25 november 2019 meermaals verwoord dat zij het conflict tussen beide buren niet kan oplossen en dat zij adviseert om buurtbemiddeling in te schakelen;
- MVGM heeft op 7 januari 2020 een brief gestuurd aan de bewoners van [huisnummer 1] en [huisnummer 2] waarin zij samengevat verwoordt dat zij naar aanleiding van de gesprekken die met de bewoners zijn gevoerd en het overleg met de wijkagent adviseert om het onderlinge conflict en de ergernissen samen op te lossen om de onderlinge verhoudingen te verbeteren. Zij verzoekt de bewoners van [huisnummer 2] en [huisnummer 1] dringend om mee te werken aan buurtbemiddeling en elkaar met rust te laten en elkaar met respect te behandelen;
- [eiser] heeft MVGM op 14 februari 2020 laten weten geen vertrouwen te hebben in buurtbemiddeling omdat dit een onprofessionele machteloze indiscrete vorm van conflictbemiddeling is, terwijl geen sprake is van een conflict maar van eenzijdige belaging;
- MVGM heeft op 12 mei 2020 een bericht aan [eiser] gestuurd met enkele tips, waaronder het vragen van hulp via buurtbemiddeling en een tip over communicatie;
- bij brief van 17 juli 2020 heeft MVGM [eiser] en haar toenmalige gemachtigde uitgenodigd voor een gesprek op kantoor, waarbij MVGM bij voorkeur ook de bewoners van [huisnummer 2] wilde laten aansluiten; de gemachtigde van [eiser] heeft geen datum meer doorgegeven waarop het gesprek zou kunnen plaatsvinden;
- bij bericht van 4 januari 2021 heeft de toenmalige gemachtigde van MVGM/CBRE voorgesteld om alsnog buurtbemiddeling in te schakelen en verwoord dat het aan alle bewoners is om die weg daadwerkelijk in te zetten voor een betere relatie en het gestaakt houden van de wederzijdse overlast. Afspraken zouden vervolgens vastgelegd kunnen worden in een vrijwillige gedragsaanwijzing;
- op 26 januari 2021 is namens [eiser] in reactie op het bericht van 4 januari 2021 bericht dat geen sprake is van een wederzijdse burenruzie;
- op 30 april 2021 heeft [eiser] buurtbemiddeling ingeschakeld, maar dat traject is geëindigd omdat [bewoonster] op dat moment niet wilde meewerken;
- MVGM heeft [huisnummer 2] bij ongedateerde brief aangeschreven met de sommatie om een einde te maken aan de overlast door achterstallig onderhoud in de voor- en achtertuin, hondenpoep in de achtertuin en het verzoek om te reageren op een beeld- en geluidsopname die gemaakt is op 19 mei 2022;
- na de zitting van 11 juli 2022 is geprobeerd met een professionele mediator de verhouding tussen de bewoners van [huisnummer 2] en [huisnummer 1] te verbeteren, maar dat heeft niet tot een oplossing geleid.