In deze zaak heeft de stichting Islamitische Stichting Nederland (ISN) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] met betrekking tot een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte. De gedaagde heeft ingestemd met het einde van de huurovereenkomst per 11 januari 2023 en erkent de huurachterstand. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst inderdaad is geëindigd en heeft de vordering van ISN tot betaling van € 5.495,48 aan achterstallige huur toegewezen. De gedaagde heeft de hoogte van dit bedrag niet betwist, waardoor het toewijsbaar is.
Daarnaast heeft ISN een contractuele boete gevorderd, maar de kantonrechter heeft deze gematigd. De kantonrechter overweegt dat de boete in verhouding tot de huur en de persoonlijke omstandigheden van de gedaagde buitensporig zou zijn. De kantonrechter heeft ook rekening gehouden met de coronamaatregelen die de gedaagde hebben beïnvloed. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn eveneens toegewezen, evenals de proceskosten. De kantonrechter heeft de gedaagde in de kosten van het geding veroordeeld en de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard.